Buitenland

„In Europa is vooral de kritiek op Bush blijven hangen”

Weinig Amerikaanse presidenten riepen wereldwijd zo veel kritiek over zich af als George W. Bush. Vooral het buitenlands beleid van het staatshoofd moet het regelmatig zwaar ontgelden. Prof. Alexander Moens: „In de Verenigde Staten is men daar wel van teruggekomen, maar Europa is nog niet zo ver.”

Mr. Richard Donk
31 March 2005 08:40Gewijzigd op 14 November 2020 02:23
Prof. Moens: „Bush was een van de best voorbereide kandidaten in de geschiedenis.”
Prof. Moens: „Bush was een van de best voorbereide kandidaten in de geschiedenis.”

De commentaren bij het aantreden van Bush, in januari 2001, waren bepaald niet mals. De president was niet op zijn taak voorbereid. Hij had geen visie en was slechts in het Witte Huis terechtgekomen omdat hij het zoontje van een beroemde vader was. Achter de schermen zou vice-president Dick Cheney bovendien de dienst uitmaken.

Alexander Moens, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Simon Fraser Universiteit in Burnaby, Canada, veegt die kritiek resoluut van tafel. „Bush was een van de best voorbereide kandidaten in de geschiedenis. Hij heeft in de afgelopen jaren ook bewezen dat hij zijn eigen beleid voert, dat hij wel degelijk de hoofdman is - en niet Cheney.”

„Die kritiek was vooral gericht op het feit dat hij zich van het begin af aan heeft opgesteld als een president van waarden en normen en zijn beleid in die termen heeft uitgelegd”, vervolgt de van oorsprong Nederlandse politicoloog. „In Amerika had men moeite met dit concept van ”compassionate conservatism”. Was Bush een ouderwetse conservatief of een vertegenwoordiger van een heel nieuw idee? Men kon hem niet goed plaatsen.”

Inmiddels is de aanvankelijke kritiek in Amerika grotendeels verstomd. Moens: „In de Verenigde Staten is men daar wel van teruggekomen, maar Europa is nog niet zo ver. Daar zijn vooral die eerste, kritische analyses blijven hangen.”

De wetenschapper trekt een vergelijking met wijlen Ronald Reagan. „Ook hij had een zeer controversiële eerste termijn. Als je ziet wat er begin jaren ’80 in Europa over hem is geschreven, dan komt dat sterk overeen met de kritiek die op Bush is geuit. Reagan was een idioot, een cowboy. Hij was niet vriendelijk voor Europa. Anderen waren feitelijk aan de macht. In zijn tweede termijn heeft hij de meeste tijd besteed om Europa voor zijn standpunten te winnen - en met succes.”

Ook George Bush ondernam vorige maand een poging de banden met het oude continent aan te halen. Met de oorlog in Irak bereikte de relatie tussen Washington en Europa een dieptepunt. Sinds het bezoek aan Brussel, in februari, lijkt alles weer koek en ei te zijn. Ondanks de toenadering is de boodschap van de Amerikaanse president volgens Moens echter glashelder: „Bush komt Europa niet halverwege tegemoet. Hij wil Europa brengen waar de VS nu zijn.”

Hebben de VS Europa juist niet nodig om wereldproblemen diplomatiek op te lossen?

„Amerika heeft Europa nodig om het goede in de wereld naar voren te brengen. Europa moet daarbij vooral het belang van waarden en normen tegenover de rest van de wereld vertolken.”

Waarom kan Amerika dat zelf niet?

„Europa is daarvoor een betere woordvoerder. De Verenigde Staten zijn erg zwart-wit. Europa is veel genuanceerder. Doordat Europa minder macht heeft, wordt er beter naar hem geluisterd. Maar het moet duidelijk zijn dat Amerika de leiding heeft in het verspreiden van normen en waarden. Binnen Europa is veel onduidelijkheid over dit onderwerp. Men is erg in verwarring. Het is tragisch dat bijvoorbeeld de Italiaan Buttiglione uit de Europese Commissie is geweerd vanwege zijn pro-lifestandpunt.”

De CIA bracht deze week een rapport uit waarin wordt voorspeld dat Europa economisch gezien sterk bij Amerika achterop zal raken en dat de EU op termijn zelfs uit elkaar zal vallen. Krijgt Europa nog wel de kans als woordvoerder op te treden?

„De CIA schrijft van alles, maar over het algemeen worden die rapporten niet al te serieus genomen. De CIA is de zwakste van alle Amerikaanse inlichtingendiensten. De Verenigde Staten zijn zeker kritisch over de Europese Unie. Maar het Witte Huis is niet zo naïef om te denken dat de EU uit elkaar zal vallen, laat staan dat men een actief beleid voert om dat te bevorderen.”

Heeft het huidige Amerikaanse buitenlands beleid het land niet in een enorm geïsoleerde positie gebracht?

„Zo wil ik het niet stellen. Amerika heeft de leiding in de wereld genomen, maar Washington heeft niet goed geprobeerd de anderen van zijn standpunten te overtuigen en mee te nemen. Er is onvoldoende aandacht en begrip voor de rest geweest. Daar is Bush nu overigens wel volop mee bezig.”

Is er na de aanslagen van 11 september nog wel sprake van een coherent buitenlands beleid?

„Ik vind dat Amerika een goede buitenlandse politiek voert. Het is wél een beleid met hoge risico’s. Kijk maar naar het Midden-Oosten. Reeds in 2002 heeft Bush aangegeven dat het zó niet verder kon en dat hij de hele regio wilde veranderen. Dat was een extreem risico. Iedereen verklaarde hem voor gek, maar hij heeft het toch gedaan.

Verder functioneert het internationale netwerk voor de bestrijding van terrorisme nog steeds goed. Wat vaak wordt vergeten is de zogenaamde ”soft power” die de Verenigde Staten toepassen. Denk maar aan Noord-Korea, Pakistan en Iran. De indruk bestaat dat Bush de preventieve oorlog als grote strategie heeft omarmd. Maar dat is slechts één sleutel uit de gereedschapskist.”

Loopt Bush met zijn grote aandacht voor buitenlands beleid niet het risico dat ethische ontwikkelingen in eigen land hem door de vingers glippen?

„Nee, dat geloof ik niet. Maar Bush is geen idealist. Hij implementeert zijn waarden en normen binnen een politiek strategisch raamwerk. Hij is juist heel realistisch. Een Amerikaanse president kan nu eenmaal heel weinig doen in ethische kwesties. Dat wordt allemaal door het Congres en de rechter bepaald. Je kunt voor de camera gaan staan en vertellen wat je van dingen vindt waaraan je niets kunt doen. Maar dan word je door de Democraten en de liberale pers binnen de kortste keren afgemaakt.”

Waarom heeft Bush zich dan toch met de zaak van Terri Schiavo bemoeid?

„Dat was dus niet de klassieke Bush. Met die bemoeienis nam hij een groot politiek risico waarvoor hij een politieke prijs heeft moeten betalen. In de peiling van CNN zakte hij van 52 naar 43 procent.”

Was dit niet een electorale manoeuvre om de conservatief-christelijke kiezers aan zich te binden?

„Dat was dan wel een manoeuvre met een hoge prijs. Er is inderdaad veel gesuggereerd dat Bush om die reden zich met de zaak-Schiavo heeft bemoeid. Ik geloof dat niet. Hij heeft er politiek juist van geleden. Ik denk dat de reden veel persoonlijker van aard is. Zijn broer Jeb en hij hadden op die manier een kans om die vrouw in leven te houden.”

Mede n.a.v. ”The Foreign Policy of George W. Bush”, door Alexander Moens; uitg. Ashgate, Williston (Groot-Brittannië), 2004; ISBN 0 7546 4274 7; 227 blz.; € 38,68.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer