In vliegende vaart door de DDR
Titel:
”Mijn vrije Duitse jeugd”
Auteur: Claudia Rusch; vert. Gerda Meijerink
Uitgeverij: Prometheus, Amsterdam, 2004
ISBN 90 446 0538 0
Pagina’s: 152
Prijs: € 15,95. In 1989 viel de in 1961 gebouwde Berlijnse Muur en in 1990 hield de veertigjarige DDR op te bestaan. De Duitse schrijfster Claudia Rusch werd geboren in 1971. Haar kindertijd en haar jeugd beleefde zij dus in de DDR. In haar boek ”Mijn vrije Duitse jeugd” probeert ze van haar eerste achttien levensjaren verslag te doen.
De titel van dit boek, dat in Duitsland furore heeft gemaakt, verwijst naar de communistische jeugdorganisatie ”Freie Deutsche Jugend”. Vanaf je veertiende kon je lid worden van deze FDJ. Voor jongere kinderen bestond er de pionierorganisatie ”Ernst Thälmann”. De FDJ was een zeer invloedrijke organisatie die zelfs over twee eigen uitgeverijen beschikte. Er valt een hoop te vertellen over een jeugd onder de regie van de communistische partij.
Aan mijn hooggespannen verwachting heeft dit boek echter niet voldaan. Rusch vertelt heel veel, ze herhaalt ook heel veel, maar ze doet dat zonder diepgang. Haar vader was officier bij de zogenaamde ”Volksmarine”, de Oost-Duitse marine, op het eiland Rügen in de Oostzee. Daar groeide Claudia Rusch op. Daar zag zij tweemaal per dag de pont van Sassnitz naar het Zweedse Trelleborg vertrekken en voelde zij een intens verlangen om op die boot te zijn en weg te varen uit de grauwheid van de DDR.
Dit is een prachtig gegeven voor een verhaal. Claudia Rusch gunt zich echter niet de tijd om de lezer met behulp van sprekende details een onvergetelijke indruk van het leven op Rügen te verschaffen. Rusch jaagt door de jaren heen. We hebben nauwelijks de naam van haar vader gehoord of haar ouders zijn al gescheiden en haar moeder is met dochter Claudia ingetrokken bij de dissidente professor Havemann en diens vrouw in Grünheide bij Berlijn.
Rusch portretteert haar moeder voortdurend als non-conformistisch en agerend tegen de politieke onvrijheid in de DDR. Het beeld van deze moeder blijft echter heel bleekjes. Robert Havemann heeft een belangrijke rol binnen de oppositie in de DDR gespeeld. Betrok hij moeder Rusch bij zijn strijd voor meer vrijheid? We komen het niet te weten. Aan het slot weten we wel dat haar moeder een verhouding kreeg met een Italiaan en daarna met een soort DDR-hippie hertrouwde.
Pseudo-belijdenis
In principe zitten in dit verslag van een jeugd in de DDR aantrekkelijke aanknopingspunten om uitvoerig en indringend over het leven in dat merkwaardige land te vertellen. Het leven op school bijvoorbeeld of de belevenissen binnen de Vrije Duitse Jeugd, waarin Claudia Rusch een tijdlang de functie van plaatselijk leidster vervulde. Ik moet toegeven dat er ook wel een paar aardige dingen tevoorschijn komen.
Een van die dingen is de beschrijving van haar ”Jugendweihe”, een pseudo-sacraal ritueel dat ter vervanging van de christelijke belijdenis was ingesteld en inhield dat de jongere de eed van trouw aan de DDR als „staat van boeren en arbeiders” aflegde. Een hoogst opvallend fenomeen in de DDR was verder het nauwelijks buiten de DDR bekende, niettemin wijdverbreide nudisme aldaar. Hoe kwam het dat een gemeenschap collectief aan nudisme ging doen? Rusch maakt er een grappige opmerking over en laat de zaak verder met rust.
Het enige hoofdstuk uit dit boek dat echt indrukwekkend is, gaat over de zoektocht van de moeder van de vertelster naar de persoon die haar in opdracht van de veiligheidsdienst bespioneerde. De verdenking valt op oma, maar dan blijkt de spion met de schuilnaam ”Buche” (beuk) gelukkig heel iemand anders te zijn. Omdat het een dierbare vriendin was, blijft de vertrouwensbreuk zeer pijnlijk, maar stel je voor dat oma Stasi-informante was geweest.
Jachtig
Dat dit boek eerder een gemiste kans dan een geslaagde analyse van een jeugd onder het communisme is, vindt zijn oorzaak in de jachtigheid van vertellen. De verklaring voor dit hoge tempo van vertellen en voor de oppervlakkigheid van de inhoud zou kunnen zijn dat het boek de spanning documenteert waarin een jonge vrouw verkeert die talrijke politieke en amoureuze avonturen heeft moeten doorstaan. Maar dat is een psychologische verklaring die de haperende vorm van het boek niet kan rechtvaardigen.
Claudia Rusch heeft dunkt mij meer in haar mars. Hier heeft ze zichzelf tekortgedaan. Misschien moet ze de in de DDR geschreven literatuur (Christa Wolf, Dieter Noll, Hermann Kant) weer eens ter hand nemen om de juiste insteek te vinden?