Achttienduizend mijl afzien op een VOC-schip
Windkracht 6. Gestaag ploegt het marinefregat Hr. Ms. Jacob van Heemskerck door de Noordzee. Een klein stipje verschijnt aan de horizon. Sensatie op de brug. Een Nederlandse vlag, grauwe zeilen: de Duyfken! Een lange reis vanuit Australië heeft de VOC-replica achter de rug. Zondag komt ze aan op Texel. Vrijdag werd al een ontmoeting op zee georganiseerd, te midden van bruisende golven.
Het ziet er vreselijk eng uit. Langszij het marinefregat maakt het kleine, houten scheepje de wildste bewegingen. De boeg duikt in de golven en het hele schip ligt af en toe vervaarlijk op zijn kant. Toch trotseert het vaartuigje de woeste Noordzee. Schijnbaar koelbloedig beklimmen de bemanningsleden een van de masten, om de zeilen vast te maken. De scheepslieden zijn niet meer voor een kleintje vervaard. Al bijna een jaar zijn ze onderweg van Australië naar Nederland. Lang genoeg om stalen zenuwen te krijgen.
De Duyfken heeft een donkere, houten romp, rood-wit-blauwe beschildering op de achtersteven, groezelige zeilen op drie masten en eenzelfde aantal fier wapperende vlaggen: twee Nederlandse en een Australische. Tegen de achtergrond van een grauwe Noordzee is het een fraai gezicht. Alsof de tijd heeft stilgestaan. Dat laatste wordt al snel ontkracht door een aanzwellend gebrom. Een Lynx-helikopter van de marine nadert het historische scheepje. Even later cirkelt de wentelwiek onophoudelijk rondom het vaartuig. Vanuit de deur maakt een bemanningslid met de benen buiten boord filmopnamen. Nog iemand met stalen zenuwen.
Vier jaar geleden gaf kroonprins Willem-Alexander in Australië het startsein voor de bouw van de Duyfken. Daar kent men grote waarde aan het VOC-schip van eertijds toe, omdat dat begin 1606 voor het eerst gewag maakte van het bestaan van een nieuw land: Australië. Nederlandse kooplieden stuitten op het tot dan onbekende werelddeel tijdens hun zoektocht naar een snellere vaarroute tussen Nederland en Indië.
Het plan om met de replica de complete handelsroute tussen Indonesië en Nederland opnieuw af te leggen komt echter van het eiland Texel. Benno van Tilburg, directeur van het daar gevestigde maritiem museum zag in het 400-jarig jubileum van de VOC dit jaar een uitgelezen kans om de Duyfken naar Nederland te halen. En dan niet per varend dok, maar onder eigen zeil.
Op 5 mei 2001 vertrok de Duyfken uit Sydney, voor de reis van meer dan 18.000 zeemijlen. De planning was om de reis, net als vier eeuwen geleden, in een jaar af te leggen. Maar dat bleek niet eenvoudig. Weliswaar bleef de bemanning gevrijwaard van scheurbuik en vijandige Spaanse schepen, een eitje was de vaartocht beslist niet. Eén opvarende moest met verwondingen tijdelijk het schip verlaten, terwijl tijdens de tien tussenstops regelmatig een bemanninglid zijn plaats aan een ander afstond. Uiteindelijk komen morgen negen leden van de oorspronkelijke bemanning met de Duyfken aan in de haven van Oudeschild.
Volgens Van Tilburg heeft het erom gespannen of de Duyfken heelhuids de haven van Texel zou halen. Al in het begin van de reis dreigde een storm met windkracht 9 roet in het eten te gooien. Tijdens de etappe naar de Azoren dreigde de bemanning zelfs te verhongeren. Wekenlang leefden ze op blikjes sardientjes, deze keer omdat er juist geen wind stond. Daardoor kwam de Duyfken nauwelijks van z’n plaats. Bovendien lag de snelheid op dagen dat er wel wind stond zelden boven een kilometer of 8 per uur. Gelukkig kwam de wind weer opzetten, net op het moment dat een voedseldropping werd overwogen. Toch werden letterlijk alle zeilen bijgezet om de verloren tijd in te halen.
Alle ontberingen zorgden ervoor dat niet alleen het schip maar ook de bemanning zwaar op de proef werd gesteld. Na het avontuur voor de Azoren snakten ze naar een normaal bed. Aan boord was geen millimeter drooggebleven. „En na maandenlang onophoudelijk werken en slapen op de grond of in een hangmat ben je gebroken”, aldus Van Tilburg. Wat dat betreft vormt het laatste deel van de reis voor de Australisch-Nederlandse bemanning nog een beproeving. „De ’Aussies’ zijn geen Europees weer gewend. Sommigen zijn dan ook behoorlijk ziek. Het weerzien met familie zal ook daarom een emotioneel moment zijn.”
De Duyfken blijft nog tot begin september in Nederland. Gedurende die tijd wordt een tocht gemaakt langs verschillende VOC-havens, zoals Enkhuizen, Amsterdam en Vlissingen. Als laatste is de Duyfken van 6 tot 8 september aanwezig bij de wereldhavendagen in Rotterdam. Daarna wordt de thuisreis aanvaard. Deze keer wel per varend dok.