„Er zijn gewoon te veel regels”
„Wij zijn er al”, juichte minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een week geleden. Zijn departement heeft de beoogde administratieve lastenvermindering van 25 procent gehaald. Het is echter maar de vraag of boeren en tuinders daar iets van merken.
Altijd precies bijhouden hoeveel dieren je hebt. Opschrijven van wie je beesten ontvangt en naar wie je ze afvoert. In de gaten houden dat je maximaal eens in de zes weken fokzeugjes koopt. Voldoen aan allerlei kwaliteitseisen. Weten wat je wel en niet mag voeren. Niet vergeten de mestafvoer te melden aan de dienst regelingen van het ministerie van Landbouw. Noteren wanneer de dierenarts is geweest en welke medicijnen er zijn gebruikt. De afvalbonnen van medicijnflesjes en naalden bewaren voor de gemeentelijke milieuambtenaar en die beschikbaar houden voor zijn controle.
Staccato somt varkenshouder Annechien ten Have-Mellema (47) uit het Groningse Beerta een deel van de regelgeving op waaraan ze zich moet houden. Ten Have, ook voorzitter van de LTO-vakgroep Varkenshouderij, lacht erbij. Ze besteedt ongeveer één dag per week aan de administratie. Met een blik op de 3,5 meter ordners met bedrijfsgegevens constateert ze echter somber: „Het merendeel van de regels is ballast en wordt niet meer als nuttig ervaren. Het is gewoon te veel.”
Daarvan was het kabinet-Balkenende bij zijn start ook overtuigd. Minder regels, luidde de opdracht. Het ministerie van Landbouw ging voortvarend aan de slag. Een week geleden kondigde minister Veerman tijdens een minicongres met veel bombarie aan dat hij klaar was. De doelstelling van 25 procent minder administratieve lasten was bereikt.
Zijn ambtenaren die de lastenverlichting hebben begeleid, doen in hun eindverslag echter een bittere constatering. „Weliswaar is er een kwart minder regels, maar ondernemers ervaren niet evenredig meer tijd om te ondernemen.” En: „De irritaties die de administratieve lasten oproepen, zijn nauwelijks minder geworden bij burger en ondernemer.” Ze concluderen dat agrariërs vrijwel niets merken van lastenverlichting.
Daar zijn verschillende redenen voor. Een groot deel van de verdwenen regels was ’dor hout’: regels die toch al niet meer golden. Verder zijn er veel mestregels verdwenen. De plantaardige sector heeft daar echter geen voordeel van. Daarnaast zijn veel boeren alweer vergeten aan welke regels ze zich eerst ook moesten houden.
Nog belangrijker is misschien wel dat het ministerie van Landbouw veel van zijn regels heeft verschoven naar het bedrijfsleven. Het departement wil dat bedrijven elkaar gaan controleren. De administratieve lasten komen dan niet meer uit Den Haag, maar van het eigen productschap. Monique van der Laan-Veraart, biologisch boerin in het Groene Hart, zei vorige week woensdag op het ministerie: „Of ik nu door de hond of door de kat wordt gebeten, dat maakt niks uit.”
Ten Have onderschrijft dat. Zij merkt ook dat LNV veel lasten neerlegt bij het bedrijfsleven. „Per saldo verandert er daardoor niet zoveel voor ons.” Tegelijkertijd steekt ze ook de hand in eigen boezem. Boeren hebben de neiging steeds meer regels in te voeren. „Wij willen maatwerk.” Daarnaast volgt ze nog steeds regels die het ministerie heeft afgeschaft. Een voorbeeld daarvan is de registratie van bezoekers. „Dat is er bij ons echt ingesleten.” Maar het is vooral nuttig. „Als je onverhoopt een dierziekte krijgt, kun je in één oogopslag zien wie er is geweest.”
De Groningse varkenshoudster denkt dat het departement soms bewust regels heeft afgeschaft om aan de 25 procent minder administratieve lasten te komen. Zo is het niet meer verplicht regelmatig bloed af te tappen om blaasjesziekte op te sporen. Dat vinden Ten Have en haar collega’s toch zó belangrijk, dat ze het nu zelf hebben geregeld via een verordening van het Productschap Vee, Vlees en Eieren.
Directeur landbouw van het ministerie van LNV Annemie Burger kent de kritiek van boeren dat ze niet veel merken van de lastenverlichting. „Het feit dat boeren nog niet ervaren dat er minder regels zijn, moet ons een serieuze last zijn”, hield ze haar ambtenaren vorige week woensdag voor. Het eindrapport van de ambtenaren die de lastenverlichting op LNV hebben begeleid, geeft aan dat het ministerie de lastenbeleving door boeren en tuinders blijvend in de gaten moet houden.
Ten Have beveelt de ambtenaren aan achter hun bureau vandaan te stappen en te kijken hoe hun regels in de praktijk uitwerken. Ze moeten klantvriendelijker worden, vindt ze. „Neem de slogan van de Belastingdienst: Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Daar zouden ze een beetje meer naar moeten luisteren.”