Trekpaard trekt weer meer aandacht
De belangstelling voor Nederlandse trekpaarden neemt toe. Dat bleek zaterdag op de fokpaardendag in het Limburgse Weert.
Aan de keuring deden dit jaar 75 Nederlandse trekpaarden mee, enkele jaren geleden waren dat er nog ongeveer 30. Op de paardenmarkt werden ook shetlandpony’s en haflingers gekeurd. In totaal beschreven de keurmeesters 246 paarden.
Vele duizenden mensen namen een kijkje bij de keuringen. Rondom de 48e fokpaardendag waren allerlei festiviteiten georganiseerd. Zo konden bezoekers een ritje maken met een speciale paardentram.
De kleine shetlandpony’s trokken vooral de belangstelling van kinderen, terwijl jongedames zich rondom de fiere voskleurige volbloed haflingers met hun felblonde manen en sierlijke staarten groepeerden.
Nederlandse trekpaarden worden vooral als hobby gehouden, hoewel een enkele boer het dier nog inzet op zijn landbouwgrond. De trekpaarden worden verder voor koetsen en karren gespannen en mensen rijden er ook mee door de bossen. In Friesland wordt er ringsteek mee gereden.
Het Nederlandse trekpaard vindt zijn oorsprong aan het einde van de negentiende eeuw door een kruising van het Belgische trekpaard en andere rassen. De Nederlandse variant is iets kleiner dan zijn Belgische soortgenoot en kan 1000 kilo zwaar worden.
De keurmeesters in Weert letten op de draf, het lopen, de algemene verschijning, het staan en de stand van de benen van de paarden. De manen van de trekpaarden waren gevlochten in rood-wit-blauwe strengen, maar enkele mooi opgetuigde knollen verraadden hun afkomst door de kleuren rood-geel-zwart (België).
Wie veel punten scoorde, mag een betere prijs voor zijn paard rekenen. Een trekpaard kost tussen de 1500 en 2000 euro.
De markt trekt traditioneel veel „boeren en buitenlui” uit heel Zuid-Nederland en Vlaanderen. Stadsmensen flaneerden onwennig langs de keuringen. „Allemaal beesten met vier poten en een staart”, zei een duidelijk niet van het platteland afkomstige vrouw tegen een vriendin. Waarop een boer gromde: „Een paard heeft benen, mevrouw, en een hoofd.”