Verpleeghuizen schieten tekort
De verpleeghuizen zijn weer eens in het nieuws. In ongunstige zin welteverstaan. Anderhalf jaar geleden ging het om de pyjamadag. Bejaarden moesten af en toe een dag in bed blijven omdat het personeel geen tijd had om hen te helpen met aan en uitkleden. Nu gaat het om gevallen van uitdroging waaraan hoogbejaarden overlijden.
Dat is een veel dramatischer aangelegenheid. Volgens de Tilburgse hoogleraar J. Schols is 30 procent van de Nederlandse verpleeghuisbewoners ondervoed of uitgedroogd.
Nu berust dat getal meer op een schatting van een deskundige dan op exact onderzoek, maar dat doet aan de ernst van de zaak niet veel toe of af. Wanneer het om de helft minder zou gaan, is er eveneens sprake van een onaanvaardbare situatie. Het zal immers je vader of moeder maar zijn!
Nu is het mogelijk dat in een aantal verpleeghuizen het management tekortschiet of dat er personeelsleden rondlopen die onvoldoende opgeleid zijn of te weinig hart hebben voor hun werk. Daar moet zeker naar gekeken worden. Lang niet in alle verpleeghuizen is er echter sprake van tekortschietende zorg.
Maar het ligt ook voor de hand om een relatie te leggen met het beschikbare budget. Een te laag budget betekent dat men niet genoeg mensen in dienst kan nemen. Minder in ieder geval dan nodig zijn om een minimumpakket aan zorg te leveren. De zorg, zeker de zorg voor hoogbejaarden die weinig of niets meer kunnen, is arbeidsintensief.
Dat werk laat zich ook moeilijk automatiseren. Het is geen bedrijfstak als de auto industrie, waar steeds minder arbeiders er in slagen steeds meer auto’s per jaar af te leveren.
In een aantal gevallen wordt de beperkte mankracht (in de praktijk is het vooral vrouwkracht) aangevuld met de inzet van vrijwilligers. Kinderen, kleinkinderen of andere familieleden die het een en ander doen voor een daar opgenomen patiënt. Of anderen die een deel van hun vrije tijd beschikbaar stellen om bepaalde diensten te verlenen.
Daarbij geldt dat zorginstellingen die nauw verbonden zijn met de lokale gemeenschap of met een aantal kerkelijke gemeenten, veelal meer assistentie van vrijwilligers krijgen dan verpleeghuizen in de stad. Zoals ook in kerkelijke kring de familiebanden omvangrijker en sterker zijn.
Al die vormen van mantelzorg en vrijwilligerswerk moeten we zeker in ere houden. Betaalde arbeid wordt alleen maar duurder en los van het budget zou het in de toekomst voor de zorg ook wel eens een stuk moeilijker kunnen worden om aan voldoende personeel te komen. De inzet van Poolse vrouwen bij de verzorging van Nederlandse bejaarden zal in de praktijk vaak afstuiten op taalproblemen.
Een verhoging van het overheidsbudget voor de verpleeghuizen lijkt daarom onvermijdelijk. Met meer geld komt immers meer tijd en daarmee meer zorg en aandacht beschikbaar voor de zorgbehoeftige bewoners.
Daarnaast is een verhoging van de eigen bijdrage denkbaar. Lang niet iedereen kan een hoger bedrag betalen, maar er zijn ook bejaarden die dat wel kunnen. Daarbij kan ook gekeken worden naar hun eventuele vermogen.