Kaya stelde in de gemeenteraad dat het nu maar eens afgelopen moet zijn, omdat uitspraken van Pastors het integratieproces blokkeren. „Pastors zet de Rotterdamse moslims opnieuw in de hoek". Pastors noemde in het bewuste artikel eerwraak, veelwijverij, gedwongen huwelijken en onderdrukking van vrouwen als „rare taferelen".

Burgemeester Opstelten en de andere wethouders namen afstand van de door Pastors gedane uitspraken, ook al „omdat nuances die de wethouder eerder wel aangaf, dit keer ontbraken". Opstelten gaf tevens aan dat hij Pastors’ kwalificatie van GroenLinks niet vond kunnen.

Wethouder L. Geluk (CDA) maakte de raad namens het college duidelijk dat de wethouders vanaf half april niet meer op persoonlijke titel zullen spreken over de portefeuille van een collega–wethouder. Zolang het islamdebat in de stad nog woedt, krijgen ze de kans om hun zegje te doen. „Maar het stopt een keer. Als je vanaf dan een uitspraak doet over de portefeuille van een ander, zal dat altijd de visie van het college moeten zijn", aldus Geluk.

Pastors nam het merendeel van de bewuste uitlatingen in de krant Metro donderdag in de gemeenteraad terug. „Je mag niet generaliseren. Dat is fout", erkende hij. De uitgebreide manier waarop hij zijn verhaal deed, viel verkeerd in de raad. „Ik wil niet de persoonlijke visie van Pastors. Ik wil u ter verantwoording roepen over wat u hebt gezegd. Ik heb nu 50 minuten naar u geluisterd en u gaat de discussie weer aan, ik vind dat de gemeenteraad weer aan de beurt is".