Economie

Eten van vis blijft een beetje eng

Nederlanders willen best vis eten, ze weten alleen niet hoe het moet. Met nieuwe producten en campagnes willen leverancier en verkoper drempels wegnemen. Pas dan kan de afzet sterk groeien.

Frank van de Beek
17 March 2005 09:06Gewijzigd op 14 November 2020 02:20
BAARN – Nederlanders gaven vorig jaar 380 miljoen euro uit aan vis, bleek woensdag uit cijfers van het Productschap Vis. Terwijl bakkers en slagers uit het straatbeeld verdwijnen, weten de visspeciaalzaken zich staande te houden. Foto ANP
BAARN – Nederlanders gaven vorig jaar 380 miljoen euro uit aan vis, bleek woensdag uit cijfers van het Productschap Vis. Terwijl bakkers en slagers uit het straatbeeld verdwijnen, weten de visspeciaalzaken zich staande te houden. Foto ANP

Nederlanders eten steeds meer vis, per gezin jaarlijks 6,8 kilo. Vooral mosselen, koolvis en haring in een potje zijn geliefd. De verse haring brengt vanouds het meeste geld in het laatje van verkopers.

Samen gaven de Nederlanders 380 miljoen euro uit aan vis, bleek woensdag uit de consumptiecijfers over 2004 van het Productschap Vis. Terwijl bakkers en slagers uit het straatbeeld verdwijnen, weten de visspeciaalzaken zich staande te houden.

De cijfers zijn op het eerste gezicht positief. Volgens directeur T. Sintnicolaas van het Nederlands Visbureau is er nog een wereld te winnen. Zo kopen jonge consumenten tot 35 jaar gemiddeld slechts twaalf keer per jaar vis.

De echte klanten zijn voornamelijk vijftig jaar en ouder: deze groep rekent gemiddeld twintig keer per jaar vis en schelpdieren af. „Met deze klanten komt het wel goed. Door de vergrijzing zal dit aantal alleen maar toenemen. Gezinnen met kinderen laten vis om de prijs in het schap liggen. Daarom richten we ons op mannen en vrouwen tussen de 25 en de 35 jaar.”

Veel jongeren denken bij vis nog altijd aan graten, stank en een hoge prijs. De bereiding van visgerechten vormt voor velen een probleem. Of, zoals M. Senden van Unilever het zegt: „Vis eten vinden velen nog een beetje eng. Het is niet hetzelfde als kipfilet.”

Senden is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nieuwe producten bij Iglo, een onderdeel van Unilever. Hij legt uit dat het levensmiddelenconcern bij de ontwikkeling van nieuwe producten vooral kijkt naar de vier g’s: gezondheid, genieten, gemak en goedkoop.

Zo blijkt dat de bereidingstijd van een maaltijd spectaculair is gedaald. Stond in 1954 moeder nog een uur in de keuken, in 1994 zette zij na vijftien minuten het eten op tafel. In 2010 verwacht Senden dat de magnetron na acht minuten gaat piepen. De kooktijd zou zelfs nihil kunnen worden als consumenten massaal eten laten bezorgen.

Het streven naar gezondheid vormt ook een algemene trend. „Kijk eens naar sportscholen. Die schieten als paddestoelen uit de grond. Velen willen overgewicht te lijf gaan. Vis is een gezond alternatief voor vlees.”

Vis voldoet aan de vraag van consumenten. „Ze zijn alleen niet in staat om vis goed klaar te maken. Bij een impulsaankoop beperken veel mensen zich tot een lekkerbekje. De gemiddelde viseter kent slechts één receptje.”

Iglo lanceert voor deze mensen stoomvis, een zakje met vis en groenten. Binnen acht minuten wordt dit in de magnetron gestoomd. „We willen de consument vis leren eten.” De klant heeft keuze uit zalm en koolvis.

Het Nederlands Visbureau doet ook zijn best om consumenten ertoe over te halen vis te eten. De organisatie besteedt dit jaar aandacht aan het bereidingsgemak. „Kapitein Iglo heeft de Nederlander vis leren eten. Wij willen de eters van vissticks veranderen in een genieter. Deze categorie komt vaker bij speciaalzaken en aan de kraam. We gaan ze laten zien hoe het moet.”

Het Visbureau gaat door met de televisiecampagne rond de slogan ”De Hollandse garnaal, het lekkerst van allemaal”. Verder moeten kleine receptenboekjes viskopers op ideeën brengen. De organisatie presenteerde gisteren ook een nieuw boekwerk met allerhande recepten. Ten slotte organiseert het bureau een speciale scholweek.

Sintnicolaas verwacht dat de campagnes binnenkort vruchten gaan afwerpen. „De komende jaren zullen we grotere stappen nemen dan de afgelopen jaren. Als we onder jongeren een volumegroei van 5 tot 10 procent realiseren doen we het geweldig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer