Wereldhandelsoverleg begonnen in Qatar
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft gistermiddag in het golfstaatje Qatar het startschot gegeven voor vijf dagen van handelsbesprekingen. De emir van Qatar, sjeik Hamad bin Khalifa al-Thani, verrichtte de opening in het bijzijn van WTO-directeur Mike Moore. Het topoverleg duurt tot en met dinsdag.
De 142 lidstaten van de WTO hopen de komende dagen een agenda vast te stellen voor een nieuwe onderhandelingsronde over verdere liberalisering van de wereldhandel. Daarbij gaat het onder meer om lagere invoerrechten voor goederen en diensten, minder bureaucratische belemmeringen en meer bescherming van buitenlandse investeerders.
De laatste ronde was tussen 1986 en 1994. De afgelopen jaren hebben de lidstaten veel werk moeten verzetten om de akkoorden uit deze ronde in wetgeving om te zetten.
De handelsbesprekingen zijn belangrijk omdat ze een signaal kunnen afgeven dat lidstaten na de terreurdaden in Washington en New York bereid zijn internationaal samen te werken en dat terroristen internationale handel niet kunnen ondermijnen. De Amerikaanse handelsgezant Robert Zoellick meent dat vrijhandel een wapen is tegen het terrorisme.
Het overleg moet ook een stimulans zijn voor de wereldeconomie. Die dreigt in een recessie te belanden en sleept de internationale handel mee. De wereldhandel zal dit jaar nog maar 1 of 2 procent groeien, tegen 12 procent vorig jaar. De vraag naar producten uit ontwikkelingslanden is zelfs met 10 procent gedaald.
De topbijeenkomst is streng beveiligd, uit angst voor aanslagen. Voor een deel hebben de Verenigde Staten de beveiliging in eigen hand genomen. Amerikaanse mariniers bewaken de delegatieleden uit de VS en voor de Qatarese kust liggen Amerikaanse oorlogsschepen.
Overbruggen
Onzeker is of er een nieuwe onderhandelingsronde komt. Met name de kloof tussen de rijke en arme landen is groot. Twee jaar geleden liep daardoor de WTO-top in Seattle op niets uit. De afgelopen dagen lieten enkele lidstaten, waaronder India en Zuid-Afrika, weten niet overtuigd te zijn van het nut van nieuwe onderhandelingen. Veelal hebben de ontwikkelingslanden grote problemen om akkoorden uit de vorige ronde uit te voeren.
Diplomaten hebben de afgelopen weken in Genève, het hoofdkwartier van de handelsorganisatie, gepoogd de verschillen te overbruggen. Voor de WTO-lidstaten ligt er nu een ontwerptekst van elf pagina’s, maar er is nog niets besloten. Mochten de ministers een akkoord bereiken over een agenda, dan volgen nog jaren van onderhandelingen.
Volgens Moore staat de conferentie in Qatar aan het begin van „een lange reis”. „Er zijn nog steeds grote meningsverschillen”, zei de WTO-directeur gisteren in zijn openingstoespraak.
Staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) is namens Nederland aanwezig. De onderhandelingen laat hij over aan Pascal Lamy, Europees commissaris voor Handel.
Nederland zet zich vooral in voor de ontwikkelingslanden. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft baat bij lagere invoerheffingen en liberalisering van de dienstensector.