Internetdokteren
Artsen kennen het verschijnsel al jaren: patiënten komen de spreekkamer binnen met een stapeltje afdrukken van websites met informatie over hun ziekte. Anderhalf jaar geleden bleek uit een onderzoek van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg dat zeven op de tien internetters bij gezondheidsklachten via internet naar informatie zoeken. Zes op de tien patiënten komen daardoor beter geïnformeerd de spreekkamer binnen.Dat internet een waardevolle medische informatiebron is, betekent niet dat er geen risico’s aan verbonden zijn. Zelfdiagnose via een website kan leiden tot ingebeelde ziekteverschijnselen. Ook bieden niet alle websites betrouwbare gegevens. Daar staat tegenover dat internetgebruik tot besparingen leidt: 14 procent gaat minder vaak naar de huisarts en 40 procent zou minder gaan als het mogelijk is elektronisch vragen te stellen.
Behalve informatie en elektronisch consult biedt internet ook de mogelijkheid om medicijnen te bestellen. Een patiënt hoeft alleen een medische vragenlijst in te vullen, een arts beoordeelt die en stuurt na goedkeuring het recept door naar een apotheek die het middel thuisbezorgt. Deze week kwam pijnlijk aan het licht wat de gevolgen daarvan kunnen zijn: een internetdokter leverde een vrouw het recept voor een zware pijnstiller, waarmee ze zelfmoord pleegde. De arts moet nu voor het medisch tuchtcollege verschijnen.
Moet de handel in pillen via internet aan banden worden gelegd? Het gevaar bestaat dat dit tragische voorval leidt tot een overreactie. De arts in kwestie wijst er terecht op dat suïcide ook mogelijk is met middelen die vrij in de supermarkt verkrijgbaar zijn. Totaal verbieden van de mogelijkheid om medicijnen via postorder of internet te verkrijgen, betekent dat het kind met het badwater wordt weggegooid, gezien de mogelijke besparingen door meer zelfzorg.
Deze vrouw had haar pillen waarschijnlijk ook via een huisartsenpost kunnen verkrijgen, waar het medicijnverleden evenmin altijd zichtbaar is en waar het contact met de patiënt relatief anoniem is. Dat is nog geen reden om huisartsenposten het voorschrijven van medicijnen te verbieden.
Toch moet het elektronisch voorschrijven en verstrekken van medicijnen zorgvuldiger dan nu het geval is. De betreffende arts heeft per e-mail aanvullende vragen gesteld aan de vrouw, maar hij heeft niet gevraagd of de vrouw een psychiatrisch verleden had of antidepressiva gebruikte. Ook al blijft het onzeker of een suïcidale patiënt zo’n vraag eerlijk had beantwoord - het niet stellen ervan is slordig, zeker bij het voorschrijven van zware pijnstillers. In dit geval bleef het bij een algemene vraag naar overig medicijngebruik.
Daarnaast is het onverstandig zware pijnstillers of middelen die ernstige bijwerkingen kunnen hebben, via deze route beschikbaar te stellen. In elk geval mogen het geen grote hoeveelheden betreffen zonder contact met de eigen huisarts.
Een echte verbetering in de situatie is pas mogelijk met het elektronisch patiëntendossier, waarmee andere artsen het medicijnverleden van aanvragers kunnen inzien. Dat levert een veel grotere besparing op. Helaas lijkt de invoering daarvan weer vertraagd te zijn.