Steden overgedragen aan Palestijnen
Over enkele dagen zullen de steden Tulkarem en Qalqilya op de Westelijke Jordaanoever aan de Palestijnse Autoriteiten worden overgedragen. De stad Jericho zou woensdag als eerste in handen van de Palestijnen worden overgegeven.
Dat hebben Israëlische en Palestijnse functionarissen dinsdagavond afgesproken. Over Bethlehem en Ramallah, twee andere steden die op de nominatie staan om te worden overgedragen, is nog geen overeenstemming bereikt.
De overdracht van de vijf steden is een van de afspraken die de premiers Ariel Sharon en Mahmud Abbas 8 februari op een top in Egypte hebben gemaakt om het geweld na meer dan vier jaar te beëindigen. Sindsdien is het geweld aanzienlijk afgenomen, maar militante groepen als Islamitische Jihad en Hamas hebben zich niet formeel bij een bestand aangesloten. Islamitische Jihad claimde nog een zelfmoordaanslag in Tel Aviv, waarbij op 25 februari vijf Israëliërs werden gedood.
Palestijnse functionarissen hebben Israël verzekerd dat twee belangrijke Palestijnse gevangenen die in Jericho vastzitten, niet zullen vrijkomen als Israël de stad aan de Palestijnen overdraagt. Dat heeft een medewerker van premier Sharon woensdag gezegd.
Volgens een eerder bericht had de Palestijnse leider Abbas gezegd dat hij de twee, Ahmed Saadat en Fuad Shobaki, zou vrijlaten zodra hij Jericho in handen krijgt. Israël reageerde furieus en zei onmiddellijk de jacht op Saadat en Shobaki te zullen openen als zij worden vrijgelaten.
Saadat is de leider van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, een radicale PLO-factie die verantwoordelijk is voor de moord, in 2001, op de Israëlische minister Rehavam Zeevi. Shobaki wordt door Israël gezien als de man achter een poging 50 ton wapens naar de Palestijnse gebieden te smokkelen. De poging werd verijdeld toen Israël het smokkelschip, de Karine A, in de Rode Zee onderschepte.
Saadat en Shobaki zijn in Jericho gedetineerd onder Amerikaans-Brits toezicht. De deal daarover was voor Israël mede aanleiding na 34 dagen een eind te maken aan de belegering van de Palestijnse leider Yasser Arafat in diens hoofdkwartier in Ramallah.
Abbas praat in de Egyptische hoofdstad Caïro met vertegenwoordigers van dertien Palestijnse groepen om te proberen hen over te halen tot een formeel staakt-het-vuren. De militante groepen lijken echter weinig enthousiast te zijn om daaraan te voldoen zolang Abbas niet kan verzekeren dat hun verlangens worden ingewilligd, waaronder een vrijlating van Palestijnse gevangenen, een eind aan de Israëlische militaire invallen in Palestijnse steden en een eind aan de liquidaties van militanten.
Een van die organisaties is de militante Palestijnse beweging Hamas. Ze weigert voor langere tijd een bestand met Israël in acht te nemen, maar steunt volgens een zegsman wel het idee van een „kalmte van enkele maanden.”
De Palestijnse president Abbas waarschuwde bij de opening van de bijeenkomst dat Israël niet moet treuzelen met het nakomen van zijn verplichtingen. Hij zei dat in het vredesproces de stappen niet alleen van de Palestijnen kunnen komen.
Abbas is naar Caïro omgekomen omdat hij alle Palestijnse groeperingen zover wil krijgen dat ze een bestand van twaalf maanden in acht te nemen. Israël vindt dat zo’n staakt-het-vuren een langere geldigheidsduur moet hebben.
Nazal riep Israël op niet langer aanvallen uit te voeren op Palestijnse doelen en Palestijnse gevangenen vrij te laten. Hij maakte duidelijk dat Israël „in de dialoog met iets nieuws moet komen.”
Het Israëlische leger heeft de straffen bekendgemaakt voor soldaten die zich verzetten tegen de door Israël voorgenomen ontruiming van een aantal joodse nederzettingen in de Gazastrook. Ongehoorzame soldaten lopen niet het risico op gevangenisstraf, maar kunnen wel uit het leger worden ontslagen.
Soldaten die aankondigen de bevelen niet te zullen uitvoeren en anderen ophitsen, worden op het matje geroepen. Officieren die weigeren bevelen uit te voeren, worden uit hun functie ontheven en mogelijk gedegradeerd. Van opstandige beroepsmilitairen wordt het contract ontbonden.
De voorgenomen ontruiming van alle Israëlische nederzettingen in de Gazastrook en van een aantal op de Westoever ligt bij veel Israëlische soldaten gevoelig. Israëlische tegenstanders van de terugtrekking roepen de soldaten op om zich te verzetten tegen de ontruiming.