Haeser en Stam: pioniers onder de protestantse christenen in Cuba
Bij de RD-actie voor Cuba speelt Spaanse Evangelische Zending (SEZ) een centrale rol. Twee mannen van het eerste uur halen herinneringen op aan de vele reizen die ze naar het communistische Cuba maakten. „Zeker weten dat er verklikkers om ons heen hingen.”
Wie het over Cuba en de Spaanse Evangelische Zending (SEZ) heeft, die kan niet om één man heen: Jan Haeser, de bezielende kracht achter het werk van SEZ sinds deze organisatie in Cuba aan de slag ging. Een tweede man die vermelding verdient is Anton Stam. Als tolk stond hij Haeser bij om zich nog beter verstaanbaar te kunnen maken op het Spaanstalige eiland in de Caraïbische Zee.
Maar liefst 33 keer reisde Haeser (71) erheen, en tijdens deze reizen was Stam (76) vaak zijn rechterhand. Ook Maarten Aleman (1939-2009) moet worden genoemd. Hij werkte voor SEZ als evangelist in Spanje en vanuit dat land (en later vanuit Nederland) voorzag hij een kleine 8000 kilometer verderop ook een groot aantal cursisten in Cuba van lesmateriaal als onderdeel van de Bijbelcursussen.
Toen Haeser en Stam in 2003 afreisden naar Cuba diende het adressenbestand van Aleman als routeplanner bij hun tochten over het eiland. Stam herinnert zich „extreem lange” autoritten van soms wel 2000 kilometer, waarbij zo veel mogelijk bezoeken werden afgelegd. Het waren ontmoetingen met Cubanen die tot dan toe enkel als onzichtbare briefschrijvers bij SEZ bekend waren.
Ontdekkingsreizigers
De beide Hollanders moeten zich als ontdekkingsreizigers in Afrika hebben gevoeld, pioniers in maagdelijk gebied. Toch pakte dat verrassend anders uit. Haeser: „Als we dan in een afgelegen gebied kwamen, doken er van alle kanten mensen op die zeiden al jaren de Bijbelcursus te volgen.” Ook Stam wreef zijn ogen uit toen hij voor het eerst met Cubaanse christenen kennismaakte. Dat was overigens al eerder –halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw– en in verband met een ander project. „Er bleken in Cuba veel meer protestanten te zijn dan we gedacht hadden, verhoudingsgewijs zelfs meer dan in Spanje.” Ook de vitaliteit van de gemeenten viel hem op. „Ik herinner me een conferentie waar 150 jongeren bijeenwaren.” En dan waren er nog de „misiones”, de evangelisatieposten die vrijwel iedere gemeente wel had (en nog altijd heeft) – vaak ergens ver weg in de bergen.
Cuba leek voor buitenstaanders geestelijk onontgonnen terrein, maar het eiland was in werkelijkheid al eerder gezegend met missionaire arbeid vanuit buurland Noord-Amerika. Toen in 1959 Fidel Castro er de macht greep, kwam aan die Noord-Amerikaanse connectie een einde. En daar bleef het niet bij, want Castro’s anti-Amerikabeleid in combinatie met diens autoritaire bestuur op communistische leest geschoeid, bracht met name protestantse kerken in een isolement. Toen de Amerikanen Castro afstraften met een streng sanctiebeleid werd de situatie er niet beter op, net zomin als dat de bevolking als geheel daarvan beter werd, integendeel. Tot op vandaag zijn die sancties van kracht en het regime vergoelijkt eigen wanbeleid graag door te wijzen naar de „ware oorzaak” van armoede en ontwrichting: aartsvijand Amerika.
Geïsoleerd en door vrijwel iedereen vergeten, wachtte de kerk van Cuba als het ware om herontdekt te worden. Maar die uitgestrekte hand liet op zich wachten. Precies hier begint het verhaal van evangelist Aleman, en van de Spaanse Evangelische Zending. Het is een wonderlijk verhaal. Van geestelijke ‘ontsluiting’ waarbij niet voorgangers of andere leidslieden, maar eenvoudige christenen in afgelegen bergdorpjes het voortouw namen. Ze zochten geestelijke verrijking en waren uit op verdieping van hun Bijbelkennis en vonden die in de Spaanstalige Bijbelcursussen van SEZ.
Gebrek aan Bijbels
„Wat ons duidelijk werd”, zegt Haeser, „was het grote gebrek aan Bijbels en theologische literatuur. We dachten: die zijn hier natuurlijk verboden, maar het was vooral het isolement dat dit tekort veroorzaakte. Er was onmogelijk aan te komen.” Als er dan een gemeente van 20 à 25 mensen was moesten die het doen met één of twee Bijbels.”
In de seminaries van diverse kerken troffen Haeser en Stam bibliotheken aan die nodig aanvulling behoefden. Samen met de voorgangers kwamen ze tot de conclusie dat predikanten Bijbelcommentaren tot hun beschikking moesten hebben, Bijbelgetrouwe dogmatieken ook, en orthodox-gereformeerde werken.
Zo kwam er met de reizen van Haeser en Stam aandacht voor wat voorgangers en studenten nodig hadden, maar het cursuswerk onder gewone gemeenteleden bleef doorgaan. De correspondentie daarover verplaatste zich van Nederland naar Cuba, waar vanuit twee pastorieën het werk werd (en nog altijd wordt) gedaan dat het SEZ-thuisfront eerder deed. De ene pastorie staat in Baracoa, in het uiterste oosten van het eiland, de andere in Sancti Spiritus – in Midden-Cuba, een stuk westelijker.
„Gespannen zetten we in 2003 voet aan wal in communistisch Cuba, en we dachten: loopt dit wel goed af?” - Jan Haeser, voormalig Cubacoördinator voor SEZ
Haeser: „Toen wij daar voor het eerst naartoe gingen, wisten we: we gaan naar een communistisch land waar ze geen christenen dulden. Gespannen zetten we in 2003 voet aan wal: loopt dit wel goed af? Maar al gauw kregen we een andere indruk van wat er gaande was: christenen hadden er meer ruimte dan we dachten.” Ook Stam moest het donkere beeld dat hij van Cuba had bijstellen. „Ik denk dat christenen achter het IJzeren Gordijn het moeilijker hadden dan hun geloofsgenoten in Cuba.”
Toch is het beeld minder rooskleurig dan het lijkt, weet Stam. „Kerken die op zondag een dienst hebben zetten hun deuren open. Als er gezongen wordt, mag iedereen dat horen. Maar o wee als je je kerk met 15 vierkante meter wilt uitbreiden. Dan komt er een proces op gang dat jaren kan duren. En áls het je al lukt om een vergunning te krijgen dan moet je maar hopen dat bij de aanvoer van bouwmaterialen er niet moeilijk gedaan wordt.” Haeser: „Er is duidelijk sprake van controle omdat men de groei van kerken beperkt wil houden.”
Laag cijfer
Die schijn van vrijheid zet menigeen op het verkeerde been, aldus Stam. Hij wijst op de situatie in het onderwijs. „Prachtig geregeld, denk je, dat schoolsysteem. Maar de werkelijkheid is dat na Castro’s revolutie honderden christelijke scholen zijn genationaliseerd waarna onderwijs met ook maar de minste verwijzing naar God verboden werd.” Stam vertelt over een 11-jarige jongetje dat in een werkstuk de Naam van God had vermeld. „Nou, die kreeg me daar een laag cijfer.”
„Een jongetje had in een werkstuk de Naam van God vermeld. Nou, die kreeg me daar een laag cijfer” - Anton Stam, oud-medewerker van SEZ
Ook zelf werden Haeser en Stam af en toe geconfronteerd met de staat. Haeser: „Zeker weten dat er geregeld verklikkers om ons heen hingen, die dan doorgaven wat we deden en waarheen we van plan waren te gaan.” Ook gemeenteleden tikten af en toe op hun schouders: „Kijk uit voor dat mannetje, want die houdt ons in de gaten.”
De hete adem van de staat voelde Haeser ook in zijn contacten met de kerken. En dat houdt verband met de registratieplicht, waar lang niet iedere kerk zich aan houdt. Haeser: „Toen we daar voor het eerst waren, stond de Cubaanse Presbyteriaanse Kerk hoog op ons lijstje, want dat ”presbyteriaans” klonk vertrouwd. Al snel bleek dat dit kerkverband aan de leiband van de staat liep en zelfs ministers uitnodigde voor diensten.” In de loop der jaren werd het Haeser duidelijk welke kerkgenootschappen wel en welke niet (of minder) nauwe banden met de overheid hadden en wat de consequenties daarvan waren.
Wat het betekent als je als kerk geregistreerd staat en dus legaal opereert? Haeser noemt twee verplichtingen: Je stelt je kerkgebouw ter beschikking voor overheidsdoeleinden en een kerkelijke afvaardiging dient zich te laten zien tijdens de 1 meiviering. Volgens Haeser is het niet zo dat de leer in het geding is, of dat er een andere Bijbel op de kansel ligt. „Daarmee hebben de autoriteiten zich gelukkig nooit bemoeid.” Dat er vanaf de kansel geen kritiek op het regime wordt geduld nuanceert dit dan weer. En als het huidige stokpaardje van het bewind –rechten van de lhbti-gemeenschap– ter sprake komt, verwacht men van pastores toch vooral instemming, al is het zwijgend.
Bij voorbaat kerken uitsluiten omdat ze in meerdere of mindere mate aan de leiband van de staat lopen, is nooit Haesers werkwijze geweest. „Ik zei altijd: Wij bemoeien ons niet met politiek want we zijn er om kerken te helpen, en die opstelling is toch altijd een groot goed geweest.”
Glaasje suikerwater
Schijn en werkelijkheid zitten elkaar ook op een ander terrein in de weg, weet Stam. „De natuur is er prachtig, maar in de dorpen word je geconfronteerd met schrijnende armoede.” Stam herinnert zich nog goed wat een predikant ’s morgens om een uur of elf zei op de vraag of hij vandaag al gegeten had. Zijn antwoord: „Ja, vanochtend vroeg: een glaasje suikerwater.”
Voor Haeser was de armoede reden om telkens ook diaconaal bezig te zijn. Hij pleit ervoor om dat in de toekomst verder uit te breiden: meer en vaker voedsel uitdelen en medicijnen distribueren. Inmiddels is materiële zorg niet meer weg te denken uit het werk van SEZ, en al helemaal niet uit dat van Bijzondere Noden en Woord in Actie, twee andere partners bij de RD-actie voor Cuba.
Haeser zag ook in geestelijke zin positieve gevolgen van hulpverlening. „In gebieden waar we actief waren nam kerkbezoek toe en ook ons cursuswerk vond er meer ingang.” De gewezen Cubacoördinator wijst nog op een ander effect: meer goodwill jegens SEZ bij de overheid. En dat is in een controlestaat als Cuba niet onbelangrijk.
Al is hij alweer een aantal jaren weg bij SEZ, Haeser maakt zich met enkele vrijwilligerstaken nog altijd verdienstelijk. Een ervan is de digitale bibliotheek up-to-date houden met nieuwe boektitels. Vooral pastores die ver van de bewoonde wereld wonen zijn daarmee geholpen. Inmiddels staan er een dikke 3000 titels op USB-sticks die met enige regelmaat richting Cuba gaan.
rd.nl/doneren