De OPEC komt woensdag in het Iraanse Isfahan bijeen om te praten over de situatie op de oliemarkten. Vorige week belandde de prijs van een vat Noordzee-olie (van 159 liter) boven de 54 dollar, het hoogste niveau sinds deze notering in 1988 werd ingevoerd.

De OPEC hanteert op dit moment een productieplafond van 27 miljoen vaten per dag en neemt daarmee ongeveer 40 procent van de wereldproductie voor haar rekening. De werkelijke productie is echter een stuk hoger, omdat de vraag naar olie vanuit grote economieën zoals die van China en de Verenigde Staten sterk is.

Sjeik Ahmad liet afgelopen dagen doorschemeren dat de OPEC-landen nog wel even blijven overproduceren. „Als de prijzen zich zo blijven ontwikkelen, zal de OPEC zich gedragen zoals in 2004 en dus iets doen om het prijsniveau te stabiliseren.”

Een verhoging van het productieplafond zit er volgens Ahmad niet in omdat die doorwerkt in het voorjaar, als traditioneel de vraag naar olie afneemt. Bovendien bestaan er al zorgen over de omvang van de reservecapaciteit, zo zei hij tegen journalisten voor het parlementsgebouw in Koeweit. „Daarom moeten we erg voorzichtig zijn met het verhogen van de productie, maar het minste wat we kunnen doen is doorgaan met het huidige plafond.”