Geen hongersnood in krant Oost-Timor
Journalisten van de Oost-Timorese krant ”Suara Timor Lorosae” zijn niet meer welkom op officiële persconferenties. Een reeks artikelen over vermoede hongersnood, te wijten aan zwak bestuur, schoot premier Mari Alkatiri zodanig in het verkeerde keelgat dat hij de krant op alle mogelijke manieren boycot. Maar ook uit andere hoek komen berichten over hongersnood, én kritiek op het beleid.
Duizenden Oost-Timorezen in de districten Los Palos, Suai, Ainaro en Manufahi hebben voedselgebrek, en in het dorp Ainaro alleen al stierven minstens vijftig mensen van de honger. Dat schreef Suara Timor Lorosae eerder deze maand. Eerder uitte de Oost-Timorese Nobelprijswinnaar Carlos Ximenes Belo al zijn ongerustheid over de hongersnood, en ook niet-gouvernementele organisaties bevestigen dat mensen omkomen van de honger. „In Suai (zo’n 300 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Dili) zijn mensen zo wanhopig dat ze hun huizen verkopen voor amper 120 dollar om rijst te kopen”, zegt Manuela Pereira van de ngo Fokupers, die net terug is van een bezoek aan de regio.
Het pas in 2002 van Indonesië onafhankelijk geworden Oost-Timor is een van de armste landen ter wereld. Voedseltekorten zijn er niet ongewoon, vooral niet in periodes van droogte. Maar dit jaar klinkt de beschuldiging dat premier Mari Alkatiri de afgelegen dorpen van het eiland verwaarloost. De kritiek kwam op een vervelend moment - de premier van ’s werelds jongste natie kreeg ook net van de bisschop van Dili te horen dat het land lijdt onder corruptie en een gebrek aan openheid.
Vorige week beval Alkatiri alle overheidsdepartementen om de krant te boycotten, zette hij alle overheidsadvertenties erin stop en riep zijn landgenoten op de publicatie niet langer te kopen. De redactie kreeg ook te horen dat ze binnen de twee maanden haar lokalen in Dili moet ontruimen.
De internationale journalistenvereniging Reporters zonder Grenzen reageert verontwaardigd en roept de premier in een brief op onmiddellijk een eind te maken aan de beperkingen. In Oost-Timor zelf tekenden vijftig journalisten een petitie die stelt dat de premier de persvrijheid schendt, die vastligt in de grondwet.
Alkatiri is nog niet aan zijn schoonheidsprijs toe. Vorig jaar mei hield de Oost-Timorese politie de Australische freelance journalist Julian King twee dagen vast. Eerst beweerden ze dat zijn verblijfspapieren niet in orde waren en later werd hij beschuldigd van wapenbezit en subversie. De premier liet zich publiekelijk negatief uit over de journalist. Die werd later vrijgesproken van alle aanklachten, maar later op bevel van het ministerie van Binnenlandse Zaken toch het land uitgezet.