De man zette in augustus 2003 zijn auto stil op een spoorwegovergang bij Culemborg op het moment dat er een intercity kwam aanrijden. Hij kon zelf op tijd uit de auto springen, zijn vrouw (59) echter niet: die was na de botsing op slag dood.

De opgelegde straf is gelijk aan de lengte van het voorarrest waarin de man heeft gezeten. Hij hoeft daarom niet meer de cel in. Het openbaar ministerie had een veel hogere gevangenisstraf, namelijk vijftien jaar, tegen Van B. geëist voor moord op zijn vrouw. De rechtbank vindt echter dat de aanklager niet heeft bewezen dat de man de opzet had zijn vrouw te doden.

Op het moment dat de intercity met een vaart van 130 kilometer per uur kwam aanstormen, reed Van B. met een boog om de dalende spoorbomen heen. Hij negeerde de rode knipperlichten en de toeterende machinist. Vervolgens kwam hij midden op de spoorbaan tot stilstand. Zelf kon hij nog net op tijd uit de auto springen, maar zijn vrouw lukte dat niet. De auto met daarin de vrouw werd meegesleept door de trein.

Volgens het OM was alles een vooropgezet plan. Van B. wilde zijn vrouw doden omdat er financiële problemen waren en zijn vrouw ernstig ziek was. Van B. ontkent dit. Hij verklaarde diverse malen voor de rechtbank dat hij zich van het ongeval niet veel meer kon herinneren. Door medicijngebruik zou hij een black-out hebben gehad.