EP kan zich vinden in Lissabon-strategie
Het Europees Parlement kan zich vinden in de plannen die de Europese Commissie heeft opgesteld om de economische situatie de komende jaren te verbeteren, de zogenaamde Lissabon-agenda. Op 22 en 23 maart praten de regeringsleiders erover.
Het programma voorziet in een scala van maatregelen en hervormingen in de sfeer van onder andere de concurrentiekracht, de arbeidsmarkt, investeringen in innovatie, scholing, liberalisering van markten en het ondernemersklimaat. Het geheel is gericht op het tot stand brengen van een hogere groei en meer werkgelegenheid. Of het lukt de ambities te verwezenlijken, hangt af van de lidstaten. Die moeten zorgen voor de uitvoering van het beoogde beleid. De EU kan op dit terrein niets afdwingen.
Binnen het EP stemde gisteren een meerderheid van 514 tegen 110 voor een resolutie waarin de voorgenomen aanpak wordt onderschreven. Ook de socialisten gaven uiteindelijk hun steun. Aanvankelijk stonden zij zeer aarzelend tegenover de uitgezette koers, omdat voorzitter Barroso van de Commissie bij de presentatie ervan in januari benadrukte absolute prioriteit noodzakelijk te achten voor versterking van de kwakkelende economie. Critici uit de hoek van politiek links vrezen dat de twee andere pijlers van ’Lissabon’, te weten de sociale bescherming en het milieu, daardoor te weinig aandacht krijgen.
Barroso heeft er de laatste weken voortdurend op gehamerd dat dit laatste niet zal gebeuren. „Ook die elementen blijven mede het hart vormen van de strategie”, verzekerde hij gisteren nog eens in een debat in Straatsburg.
Hij prees na afloop de goede samenwerking met het Parlement. „We hebben een perfecte overeenstemming bereikt. Nu is het moment van actie aangebroken”, aldus de Portugees.