Al heel wat jaren loop ik mee in de steeds wisselende debatten en discussies over milieu, klimaat en duurzame ontwikkeling. Onlangs kreeg ik de vraag om voor een bijbelstudiegroep in onze kerk een avond te verzorgen over duurzaamheid in de Bijbel. Ik doe dat graag. Er is veel moois te vertellen over hoe we het geloof in onze Schepper kunnen verbinden met onze verantwoordelijkheid om als Zijn schepselen zorgvuldig en zorgzaam te leven.
Tegelijkertijd is er veel verwarring rond dit onderwerp. Bij elke lezing of discussie komt altijd weer het moment dat iemand vraagt: „Het is allemaal zo ingewikkeld. Waarom kan het niet eenvoudiger?” Dit is een terechte vraag. Een eenvoudig leven is ook een goed leven, zoals dr. Sam Janse en anderen dat in hun Bijbelstudieboek ”Eenvoudig leven” treffend verwoorden.
Het kan inderdaad geen kwaad om eenvoudiger te gaan leven. De doelmatigste manier om duurzaamheid te bereiken, is immers dat je dingen minder doet dan wel ermee stopt. Eén keer per jaar een reis is duurzamer dan twee keer per jaar op reis gaan. De was buiten drogen is beter dan de droger aanzetten. Minder vlees eten is beter dan bourgondische banketten aanrichten. Wat dat betreft, is een duurzaam leven een eenvoudig leven.
Ik noemde enkele zaken waarbij vermindering hetzelfde is als een stap in de goede richting. Dat is echter niet altijd het geval. Als ik van Dordrecht naar Urk wil rijden, maar de weg naar België neem, dan heeft het geen zin om steeds langzamer te rijden. Hoe langzaam ik ook rijd, ik blijf de verkeerde kant op gaan. Er is maar één manier om op de goede weg te komen en dat is omdraaien.
Dus niet alleen het consuminderen of vermijden, maar ook het anders invullen van onze behoeften is nodig om duurzamer te gaan leven. En dat maakt het weer ingewikkeld. Want wat is nu precies een andere richting inslaan? Ons leven zit boordevol vaste patronen en we zijn afhankelijk van systemen waarvan we ons niet gemakkelijk kunnen losmaken.
Om door de bomen het bos te kunnen zien, kan het helpen om duurzame ontwikkeling te beschrijven als een meerlaagse systeemverandering. In alle keuzes voor producten, materialen of energievoorziening zitten meerdere lagen. Zo is er een eerste (en meest tastbare) laag van gebruiksvoorwerpen, woningen, brandstoffen of voedingsmiddelen. De keuze om wel of niet iets aan te schaffen of te gebruiken, raakt aan de eerdergenoemde zorgvuldigheid en eenvoud.
Alle spullen die wij gebruiken in onze huishoudens of werkomgeving, worden gemaakt in ketens van grondstoffen, producenten, logistiek, verkoop, gebruik en afval. Dit is de tweede, economische systeemlaag. Hierin worden keuzes gemaakt over wat duurzame handel is of hoe er gestreefd kan worden naar een circulaire economie. Dit doet vooral een beroep op matigheid en zuinigheid.
Het derde systeemniveau is gericht op hoe we onze samenleving hebben georganiseerd. De keuzes voor ethisch handelen en de inrichting van rechtvaardige organisaties gaan uit boven de technische en economische keuzes die hiervoor werden genoemd. Keuzes kun je maken op basis van wet- en regelgeving voor burgers en organisaties en van de inzichten van bedrijfskunde en bestuurskunde. Hier wordt het bepalen van de juiste richting heel complex. Daarbij doet dit een beroep op rechtvaardigheid en ethiek.
Het vierde duurzaamheidsniveau is gericht op de daadwerkelijke systeemverandering. Om hierin de juiste richting te kunnen aangeven, is het van belang om de hele kolom van techniek, markt en wet- en regelgeving en daarmee het gehele systeem te doordenken. Dit vraagt draagvlak in de hele samenleving. Dus om nu de vraag aan het begin van de column weer erbij te pakken: ja, persoonlijk kunnen wij eenvoudig keuzes maken waarmee we echt duurzamer kunnen leven. Om de hele samenleving van richting te doen veranderen, zullen we vooral ook elkaar moeten aanmoedigen om stappen richting duurzaamheid te zetten. En naast techniek en economie ook bestuur, recht en ethiek moeten laten meewegen.
De auteur is lector circulaire energietransitie aan Hogeschool Rotterdam.