De Nederlandse steun voor Oekraïne om lid te worden van de NAVO is onomkeerbaar, benadrukte minister Ruben Brekelmans (Defensie) dinsdag in debat met de Tweede Kamer. Binnen de coalitie verschillen de meningen hierover. PVV is er fel op tegen en de BBB zet ook vraagtekens bij het lidmaatschap. De VVD en NSC zijn uitgesproken voorstanders.
Tijdens het debat over een komende NAVO-bijeenkomst gaf BBB’er Marieke Wijen-Nas aan „het belang en nut” te zien van Oekraïne als bufferstaat. Zo worden volgens haar de veiligheidsrisico’s beperkt en wordt de kans op een directe confrontatie met Rusland minder. „We willen in Nederland geen externe conflicten importeren.”
Die opmerking van de BBB’er over een bufferstaat viel slecht bij andere partijen én de minister. „Dit is linea recta taal uit het Kremlin”, verklaarde Derk Boswijk (CDA). Ook Volt en D66 uitten kritiek. De minister sprak van „oud imperialistisch denken” dat in het Kremlin te vinden is. „Landen mogen zelf bepalen waar hun toekomst ligt.”
Er werd altijd gezegd dat Oekraïne nooit lid kan worden van de NAVO zolang de oorlog duurt. Maar zo zwart-wit is het niet, aldus de minister. „Dat geeft Poetin natuurlijk wel de meest directe aansporing, om ook al is het maar op kleine schaal de oorlog oneindig door te zetten. Want dan weet je dat Oekraïne nooit lidmaatschap van de NAVO zou kunnen krijgen. In dat opzicht moeten we Oekraïne niet door Poetin of het Kremlin laten gijzelen.”
Het belangrijkste blijft het voorkomen van een directe confrontatie tussen de NAVO en Rusland, aldus Brekelmans. Tegelijk moeten Oekraïne ook veiligheidsgaranties worden gegeven. „Het is een ingewikkeld speelveld.” In elk geval zal het volgens hem nog wel even duren voordat Oekraïne lid kan worden. Onder de 32 NAVO-lidstaten is nu geen steun om Oekraïne op „heel korte termijn” lid te maken.
De woorden van de bewindsman waren voor Joeri Pool (PVV) reden om te herhalen dat Oekraïne niet in de NAVO hoort.