Met Isings langs dertig halteplaatsen
Titel:
”Het vooroudergevoel. De vaderlandse geschiedenis. Met schoolplaten van J. H. Isings”
Auteur: Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker
Uitgeverij: Contact, Amsterdam, 2005
ISBN 90 254 2751 0
Pagina’s: 272
Prijs: € 35,-. Generaties leerlingen groeiden op met de historische schoolplaten van J. H. Isings. Van de hand van Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker verscheen het boek ”Het vooroudergevoel”. Een boek over de vaderlandse geschiedenis aan de hand van 43 prenten en 30 jaartallen.
Uit de keel van de ijsbeer lijkt een vervaarlijk gegrom te komen. Een man laadt zijn musket. Anderen staan klaar om het dier de genadeslag toe te brengen. Op de achtergrond een besneeuwde hut, en helemaal in de verte een schip te midden van massa’s ijs. Heldendaden van onze voorouders op Nova Zembla, verbeeld door Johan Herman Isings. Wie kent niet de bekende historische schoolplaten die door de onderwijzers werden gebruikt tijdens de geschiedenislessen? Helaas, de prenten verdwenen langzaam maar zeker uit de klaslokalen, ”vaderlandse geschiedenis” werd vervangen door ”wereldoriëntatie” en jaartallen werden verbannen uit de leerplannen.
Jan Blokker (1927), columnist bij de Volkskrant, en zijn zoons Jan Blokker jr. (1952), rector van de OSG West-Friesland in Hoorn, en Bas Blokker (1963), redacteur bij NRC Handelsblad, vertellen in een prachtig geïllustreerd boek de vaderlandse geschiedenis aan de hand van de historieprenten van Isings. Ze kozen hiervoor dertig opeenvolgende tijdstippen, dertig ”halteplaatsen”, zoals de auteurs ze zelf noemen.
Het boek begint met het jaar 5000 voor Christus - je moet in de woorden van de schrijvers „ergens beginnen.” In de tijd dat de Egyptenaren de piramides bouwden, stapelden de bewoners van de Lage Landen zwerfkeien op elkaar. Het waren geen wilden, deze hunebedbouwers, maar voorouders willen de Blokkers ze toch niet noemen.
Verder gaat de geschiedenis. De Bataven (69), Karel de Grote (800), Jacoba van Beieren (1428), de Beeldenstorm (1566), Goejanverwellesluis (1787) en Troelstra (1918) passeren de revue. Allemaal hoofdstukken waarvoor voornamelijk geput is uit werken van andere historici.
Vrolijk groepsportret
In de laatste drie hoofdstukken speelt de persoonlijke geschiedenis van de auteurs een grote rol. Prachtig om te zien hoe iedere generatie opgroeit met zijn eigen geschiedenis. Jan sr. vertelt over de oorlog die hij zelf heeft meegemaakt. Of er veel veranderde tijdens deze jaren? Dat viel wel mee. Vader ging met de tram naar kantoor, in de zomer hadden de kinderen vakantie, de voetbalcompetitie ging door. „Vlak voor ons eindexamen is er nog een vrolijk groepsportret gemaakt op de Keizersgracht, recht tegenover de plek waar Anne Frank toen nog in haar dagboek kon zitten schrijven. Maar dat wisten we niet.”
De roerige jaren zestig worden beschreven door Jan Blokker jr. Het waren de jaren waarin „alles moest mogen.” Nederland stond aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. De stemming was uitgelaten, „eindelijk waren we bevrijd van de ellendige invloed van het klootjesvolk.”
Merkwaardig genoeg is als halteplaats van dit hoofdstuk 1968 gekozen, als symbooljaar van de revolutie in de jaren zestig. In Amerika hadden in dit jaar grote demonstraties plaats tegen de oorlog in Vietnam, Robert Kennedy en Martin Luther King werden vermoord en de Sovjet-Unie bezette Tsjechoslowakije. In een boek over de vaderlandse geschiedenis had wellicht beter gekozen kunnen worden voor het jaar 1966. Met de oprichting van D66, de rookbom bij het huwelijk van Beatrix en Claus, de nacht van Schmelzer en de godslasterlijke uitspraken van Gerard van het Reve in het boek ”Nader tot U”, vormt 1966 bij uitstek het symbooljaar voor de veranderingen in Nederland.
Uit het hoofdstuk van Bas Blokker, geschreven rond halteplaats 2000, spreekt iets van verbazing. Tradities hebben afgedaan, de televisie regeert, Nederland is in de ban van de antipoliticus Pim Fortuyn, „de kale, homoseksuele dandy met zijn sigaar en brede stropdas, de professor en de ondernemer in zijn Daimler.” Anti-islamgeluiden wakkeren na de moord op Theo van Gogh alleen maar meer aan. Hoe zullen onze nazaten oordelen over hun voorouders, zo vragen de auteurs zich af?
Piratenstreek
”Het vooroudergevoel” mag dan geschreven zijn rond de heldenplaten van Isings, in het boek wordt duidelijk afgerekend met geschiedkundige mythes en historische heldenverhalen. Bij Willem van Oranje hebben volgens de auteurs „persoonlijke machtsambitie en zorg voor de eigen kleine dynastie” zeker een bijrol gespeeld, en de verovering van de zilvervloot door Piet Hein was naar hun oordeel een „lucratieve piratenstreek.”
Soms had de beschrijving wel iets genuanceerder gemogen. Uit het verhaal over Maurits en Van Oldenbarnevelt lijkt de laatste op te rijzen als een soort martelaar, terwijl Maurits uitgroeit tot een gouverneur van religieuze intoleranten. Van Oldenbarnevelt „verwarde tolerantie met leervrijheid”, schreef de historicus A. Th. van Deursen onlangs. Dat was een belangrijke toevoeging geweest aan het hoofdstuk over 1619, waarin de Blokkers dan tevens een zinnetje hadden kunnen opnemen over de Synode van Dordrecht. De synode waarvan overigens in 1910 ook een historische schoolplaat verscheen, zij het niet van de hand van Isings.
Jan, Jan jr. en Bas Blokker hebben een boek over onze voorouders geschreven dat jong en oud zal aanspreken. Drie historici bij elkaar is echter nog geen garantie voor een foutloos boek. Dat bewijst de uitleg bij de schoolplaat ”In de drukkerij van Plantijn”. Volgens het bijschrift zou Christoffel Plantijn in 1585, bij de nadering van de Spaanse legers, Antwerpen zijn ontvlucht. Vervolgens zou hij de laatste vier jaar van zijn leven in Leiden hebben gewoond en gewerkt. Daar klopt niet veel van. Plantijn vestigde zich in 1583 in Leiden, waar hij twee jaar het drukkersvak uitoefende. Eind 1585 keerde de drukker weer terug naar de stad Antwerpen, waar hij in 1589 overleed.
Nadenken
Uit ”Het vooroudergevoel” blijkt dat onze vaderlandse geschiedenis een aaneenrijging is van „tegenstellingen, onenigheid, ruzie, partijen, vuisten op tafel, handgemeen en zelfs moord en doodslag.” Geschiedenis gemaakt door onze voorouders die, in de woorden van de Blokkers, „als de God van Nederland en Oranje even niet oplette, alles deden wat die God had verboden.” Inderdaad, zowel de geschiedenis als de geschiedschrijving stemt tot nadenken.