Gasmolecuul-kunstwerk verhuist, maar blijft bij Groningse snelweg
Het acht meter hoge beeld van een gasmolecuul dat in de middenberm van de A7 staat, verhuist een paar honderd meter. Het ‘Slochter Molecuul’ wordt volgend jaar verplaatst naar een plek in de berm langs de noordkant van de snelweg bij de Groningse plaats Kolham. Volgens de gemeente Midden-Groningen is onder meer voor deze locatie gekozen omdat het kunstwerk dan „goed zichtbaar” blijft voor inwoners en bezoekers van de provincie. „Ook blijft het vlak bij de locatie waar voor het eerst aardgas werd gevonden.”
Het beeld stelt een vergroting voor van een molecuul van het voornaamste bestanddeel van aardgas, methaan. Rijkswaterstaat gaat onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan dit deel van de A7, tussen de stad Groningen en de Duitse grens. Voor de verkeersveiligheid vindt de wegbeheerder het beter om het kunstwerk, waar de vangrails aan beide kanten van de snelweg met een boog omheen lopen, te verplaatsen.
De voorgenomen verhuizing werd in april bekend. De gemeente, Rijkswaterstaat en kunstenaar Marc Ruygrok, die het beeld heeft ontworpen, onderzochten ongeveer vijftien alternatieve locaties. „Hierbij was naast de technische vereisten vooral aandacht voor het vinden van een prominente locatie, die recht doet aan wat dit kunstwerk betekent voor de inwoners van Groningen”, aldus de gemeente.
De sculptuur werd in 2009 onthuld door de toenmalige koningin Beatrix. Het was een cadeau van de NAM, de Gasunie en GasTerra, om te vieren dat vijftig jaar eerder vlak bij deze locatie het gasveld van Slochteren werd ontdekt. „Maar door de jaren heen is het beeld symbool gaan staan voor alles wat er mis is gegaan rond de gaswinning”, zei Ruygrok in april. Het metershoge kunstwerk is in de afgelopen jaren diverse keren beklad. De kunstenaar wilde dat ‘zijn’ gasmolecuul een prominente plek zou behouden. „Vanuit Groningen zie je het beeld opdoemen en het verdwijnt daarna weer in je achteruitkijkspiegel. Heel vluchtig, net als gas. Het is symbool geworden van alle voors en tegens en heeft daardoor een maatschappelijke functie. Het hoort bij Groningen.”