De productie steeg in augustus met 2,9 procent ten opzichte van de voorgaande maand, heeft het Duitse statistiekbureau Destatis naar buiten gebracht. Dat cijfer was beduidend beter dan analisten in doorsnee hadden voorzien. Momenteel schommelt de productie in de auto-industrie aanzienlijk van maand tot maand, merkt het statistiekbureau op in een verklaring. Dat beïnvloedt in grote mate de uitkomst van dit maandcijfer.

Het rapport volgt op een reeks slecht nieuws voor de kwakkelende economie. Onder meer Duitse autobouwers hebben het moeilijk. Zij kampen met tegenvallende verkoopcijfers en de hoge kosten van de transitie naar elektrisch rijden. Tegelijkertijd stagneert ook de buitenlandse afzetmarkt, met name in China. Verder merkt de Duitse industrie nog steeds de gevolgen van de stopzetting van de Russische aardgaslevering na de invasie in Oekraïne.

ING-econoom Carsten Brzeski spreekt van een technische opvering na de scherpe daling van de productie in juli. Daarmee zouden de problemen nog verre van voorbij zijn. Op jaarbasis ligt de industriële productie nog steeds bijna 3 procent lager. En bijna vijf jaar na het begin van de coronapandemie ligt de Duitse industriële productie nog steeds zo’n 10 procent onder het niveau van voor de virusuitbraak, geeft Brzeski aan.

De economie van Nederlands buurland en belangrijke handelspartner heeft er volgens de econoom moeite mee dat het oude macro-economische businessmodel van goedkope energie en makkelijk toegankelijke grote exportmarkten niet langer werkt. Duitsland zou ofwel hervormingen en steunmaatregelen vanuit de overheid nodig hebben, ofwel een onverwachte economische opleving in de belangrijke markten in het buitenland, „of bij voorkeur allebei”.

Voorlopig lijkt economische stagnatie evenwel het waarschijnlijkste scenario, aldus Brzeski. „Vooruitkijkend zijn er maar weinig aanwijzingen dat de huidige situatie binnenkort wezenlijk zal veranderen.”