Binnenland

„VROM mist greep op bodemsanering"

Van hoog tot laag rammelt het bodemsaneringsbeleid. De minister van VROM heeft er te weinig grip op en provincies en gemeenten zijn weinig kostenbewust en controleren onvoldoende. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in een dinsdag verschenen rapport.

ANP
8 March 2005 19:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

Voor de Rekenkamer is het bijna om moedeloos van te worden. De afgelopen vijftien jaar heeft zij al vaker de problemen rond de miljarden vergende aanpak van vervuilde grond aangekaart.

In haar jongste rapport Voortgang Bodemsanering doemt een somber beeld op. VROM staat te kijk. „Het is niet duidelijk hoeveel verontreinigingen moeten worden gesaneerd, wat dat gaat kosten en hoe dat gefinancierd zal worden". Daarnaast is de kwaliteit van de saneringsoperatie onvoldoende gewaarborgd.

VROM kiest als oplossing vooral voor het bijstellen van ambities en doelstellingen, aldus de Rekenkamer. Twee jaar geleden is dat gebeurd en daarbij is onder druk van bezuinigingen ook nog eens de termijn waarop de landelijke operatie klaar moet zijn, zeven jaar opgeschoven naar 2030.

Investeringen van bedrijven en particulieren bleven achter, terwijl VROM uitging van een aandeel van driekwart in de saneringskosten. In plaats van de voorziene 2400 operaties is het tempo daardoor gezakt tot duizend per jaar.

Maar ook de voor de uitvoering verantwoordelijke provincies en gemeenten krijgen onder uit de zak. Zij zijn niet zuinig genoeg. De lagere overheden zouden kritischer kunnen aanbesteden en scherper toezien op de uitvoering van de plannen. Ook op locatie mist de Rekenkamer voldoende controle. Daardoor kunnen provincies en gemeenten „niet goed vaststellen of de verontreinigde grond op de voorgeschreven wijze is afgevoerd". Ingenieursbureaus, door deze overheden ingeschakeld voor saneringsplannen, zouden ondeugdelijk werk leveren.

Minister Dekker en staatssecretaris Van Geel erkennen in een reactie dat het financiële beheer en het milieukundig toezicht „sterk verbeterd" moeten worden. Maar verder ligt volgens hen de bal bij provincies en gemeenten, planning en uitvoering horen „in de eerste plaats" daar thuis. Zij hebben het beste zicht op de lokale situatie. Planning op rijksniveau is in Nederland „niet wenselijk", omdat bodemsaneringen onderdeel uitmaken van een veel groter project zoals bijvoorbeeld woningbouw, aldus de VROM–bewindslieden. „Niet zelden wordt pas met sanering gestart als de financiering van het gehele project rond is".

Wel vindt VROM het van belang dat er zicht is op het totale aantal bodemsaneringen. Het ministerie spreekt van 600.000 verdachte locaties, waar de Rekenkamer spreekt van een aantal van 750.000. De ervaring leert dat ongeveer 10 procent ook echt schoongemaakt moet worden.

In de Tweede Kamer reageerde regeringsfractie VVD scherp en eist zij van Van Geel op korte termijn een plan om weer greep te krijgen op het bodemsaneringbeleid. De aangekondigde maatregelen, zoals eisen aan ingenieursbureaus maar ook afvalvervoerders en –verwerkers, vindt fractiespecialist De Krom te vaag.

CDA–collega Koopmans vindt dat partijgenoot Van Geel lof verdient voor de ommezwaai na het ’pronkiaans’ bodembeleid. Hij ziet dan ook niets in een door de Rekenkamer bepleit nieuw bestuurlijk arrangement. Afgezien van het feit dat dat tijd kost, is centralisering de verkeerde oplossing. Volgens Koopmans is het risico groot dat gemeenten, provincies en particulieren niet meer meebetalen. Maar hij is „niet overtuigd" van de door VROM beloofde oplossing voor kostenbeheersing.

GroenLinks wil dat VROM pas op de plaats maakt en alle uitvoeringsbeschikkingen stopzet totdat alles op orde is. Het politieke lot van de staatssecretaris zal ervan afhangen of hem dat op tijd lukt, aldus Kamerlid Duyvendak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer