Generaal Ojdanic op weg naar Den Haag
De Joegoslavische generaal Dragoljub Ojdanic heeft donderdagochtend vanuit Belgrado het vliegtuig naar Amsterdam genomen. Hij meldt zich later op de dag bij het in Den Haag gevestigde Joegoslavië-Tribunaal.
De aanklagers van het VN-hof beschuldigen de nu gepensioneerde officier van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden begaan in Kosovo in 1999. Hij was ten tijde van de oorlog in Kosovo als chefstaf de hoogste officier in het Joegoslavische leger.
Voor vertrek uit Belgrado verklaarde Ojdanic, die vergezeld wordt door zijn vrouw en advocaat, tegen journalisten: „Ik groet u en wens u veel geluk, aan u en het Servische volk”. De generaal buiten dienst is de eerste van zes door het VN-hof gezochte Serviërs die gezegd hebben zich vrijwillig in Den Haag te zullen melden. Dat gebeurde nadat het Joegoslavische parlement instemde met een wet waarin de samenwerking is geregeld met het Joegoslavië-Tribunaal.
De aanklagers van het tribunaal beschuldigen de zestigjarige Ojdanic onder meer van moord, deportatie en vervolging. Hij werd samen met Slobodan Milosevic, Nikola Sainovic, Milan Milutinovic en Vlajko Stojiljkovic aangeklaagd voor het Servische optreden in Kosovo. De toenmalige hoofdaanklaagster Lousie Arbour maakte de aanklacht in mei 1999 openbaar.