Zelfs voor een doorgewinterd politicus als Mark Rutte zal zijn functie als secretaris-generaal van de NAVO geen makkie worden. Belangrijk is dat hij de eenheid binnen het bondgenootschap weet te bewaren. Verschillende uitdagingen wachten hem als hij dinsdag aan de slag gaat.
1. Donald Trump in het Witte Huis
Worden de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november door de Republikeinse kandidaat Donald Trump gewonnen, dan betekent dat een grote uitdaging voor de nieuwe NAVO-chef. Hoe alle bondgenoten bij elkaar te houden als de machtigste bondgenoot een potentiële destabiliserende factor is?
Met zo’n 860 miljard euro per jaar spenderen de Verenigde Staten twee keer zo veel aan hun defensie als alle andere bondgenoten samen. Bovendien schuilen Europese NAVO-landen maar al te graag onder Amerika’s nucleaire paraplu. Maar kan Europa op de VS blijven rekenen? Trump heeft in het verleden gedreigd uit de NAVO te willen stappen. Ook Trumps oud-veiligheidsadviseur John Bolton waarschuwt daarvoor.
De soep wordt niet zo heet gegeten als die wordt opgediend, zeggen ingewijden. Trump denkt transactioneel: voor wat hoort wat. Wil Rutte de Amerikanen binnenboord houden, dan is het noodzaak goed naar hun zorgen te luisteren. Wat die zijn? De VS ergeren zich onder meer aan het feit dat zij met hun enorme militaire apparaat garant staan voor de veiligheid van de andere bondgenoten; Europa moet ook investeren in defensie.
Voordeel voor Rutte: als oud-premier zou hij een van de weinige politici zijn geweest voor wie de toenmalige president respect had. Grinnikend, schijnbaar zonder enige stress, kon hij Trump tegenspreken bij hun eerste ontmoeting in het Witte Huis. „I like this guy”, zei Trump na afloop van het gesprek tegen zijn medewerkers.
2. „Onze oorlog” in Oekraïne
„Die oorlog daar is de onze”, zei Rutte in 2022 over de strijd in Oekraïne. Maar steeds vaker klinkt in NAVO-landen verzet tegen de steun aan Kyiv. Op dit moment helpen vrijwel alle bondgenoten Oekraïne in de strijd tegen de Russen en ook de NAVO wil een coördinerende rol spelen bij een op te richten fonds van 100 miljard euro waarmee de NAVO-landen de Oekraïners zullen gaan steunen. Maar dat kan veranderen.
Van alle donoren levert Washington met tot nu toe omgerekend bijna 50 miljard euro de meeste militaire steun. Blijft dat zo? Mocht Donald Trump op 5 november de Amerikaanse presidentsverkiezingen winnen, dan belooft hij de oorlog in Oekraïne „binnen 24 uur” te beëindigen. Door de Amerikaanse steun stop te zetten, zou hij Kyiv willen dwingen tot onderhandelingen en eisen de door Rusland veroverde gebieden op te geven.
Ook in Europa klinkt steeds vaker twijfel over steun aan Oekraïne. De positie van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan (die goede banden onderhoudt met Moskou én Kyiv), de Hongaarse leider Viktor Orbán (die binnen de NAVO een uitzonderingspositie wist te bedingen inzake steun aan Oekraïne) en de Slowaakse premier Robert Fico (die de militaire steun deels heeft stopgezet) is bekend. Maar ook in andere Europese landen roeren ”Putinverstehers” zich. Zo spreekt in Oostenrijk de radicaalrechtse FPÖ-leider Herbert Kickl zich uit tegen steun aan Oekraïne. En in Duitsland worden extreemrechtse AfD-politici verdacht van omkoping door Rusland.
Aan Rutte de ‘eer’ om voor eenheid te zorgen. Ruttes capaciteiten als consensusmaker worden geroemd. Maar waar de meningen mijlenver uiteenliggen, zal het niet gemakkelijk zijn overeenstemming te bereiken.
3. Een assertiever China
Een van de grootste zorgen van de Amerikanen: een steeds assertiever China in de Grote Oceaan. En hoewel de NAVO is opgericht om de trans-Atlantische veiligheid te waarborgen, richt Washington vooral de ogen westwaarts. De VS beschouwen China als een veel groter geopolitiek risico dan Rusland.
In de nieuwste versie van het Strategisch Concept , een document waarin de langetermijnkoers van de NAVO staat uiteengezet, besteedt het bondgenootschap voor het eerst aandacht aan de Chinese dreiging: China vormt „systemische uitdagingen” voor „onze belangen, veiligheid en waarden”, staat er te lezen.
In de Zuid-Chinese Zee en rond Taiwan lopen de spanningen op. Mocht China bijvoorbeeld de „afvallige provincie” aanvallen, dan is het een groot vraagteken wat de NAVO gaat doen. De Amerikaanse president Joe Biden heeft beloofd dat de VS bij een aanval op Taiwan niet afzijdig zullen blijven en rekent op steun van de bondgenoten. Maar de Franse president Emmanuel Macron heeft daar helemaal geen zin in.
Voor de Europeaan Rutte is Oost-Azië een ver-van-mijn-bedshow. Maar als NAVO-chef moet hij praten met partners in de Indische Stille Oceaan. Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland sluiten al geregeld bij NAVO-overleggen aan. Bovendien wil de militaire alliantie in de Japanse hoofdstad Tokio een verbindingsbureau openen om overleg in de regio te vergemakkelijken, al blijft Frankrijk blokkeren.
4. Wanbetalers in het bondgenootschap
Meer bondgenoten dan ooit halen de NAVO-norm. Aan die regel om ten minste 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te besteden, zouden alle NAVO-landen volgens afspraak dit jaar moeten voldoen, zo werd in 2014 afgesproken. Maar van de 32 bondgenoten zijn er nog altijd 9 die niet de 2-procentnorm halen.
Vooral Zuid-Europese landen zijn de boosdoener. Spanje zit nu op 1,3 procent. Italië en Portugal zitten allebei rond de 1,5 procent. Ook Canada doet het ronduit slecht met 1,4 procent.
De oorlog in Oekraïne in combinatie met een mogelijke herverkiezing van Donald Trump in november zou de militaire uitgaven van NAVO-landen verder kunnen aanjagen. De Amerikaanse oud-president heeft namelijk aangegeven het niet langer te accepteren als bondgenoten niet aan de 2-procentnorm voldoen. Trump zei in februari zelfs Rusland te willen aanmoedigen „te doen wat het maar wil” met een lidstaat die niet genoeg voor zijn defensie betaalt – een keiharde herhaling van eerdere uitspraken.
Nederland haalde dit jaar net aan de drempel van 2 procent, na jaren van verwaarlozing van de krijgsmacht. Dat juist onder de eerste kabinetten-Rutte het leger werd uitgekleed, is een blijvende smet op het blazoen van de oud-premier. Hoe kan hij nu onderbetalers oproepen aan de 2-procentnorm te voldoen? Het kan geen kwaad als Rutte juist op dit punt zijn neutraliteit benadrukt en zich van zijn vorige functie distantieert.
5. Grieven aan de oostflank
Dat Oost-Europa niet de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO mocht leveren, voelt als een keiharde afwijzing.
De Roemeense president Klaus Johannis stelde zich officieel kandidaat, maar kreeg nauwelijks lidstaten achter zijn nominatie. De Estse premier Kaja Kallas mag nu als zoethoudertje EU-buitenlandchef –de hoogste diplomaat van de Europese Unie– worden. En de voormalige Letse premier Krišjanis Karinš werd nooit echt als serieuze kanshebber voor de topjob gezien.
Dat zorgt voor wrevel in landen aan de oostflank van de NAVO. Waarom voor de vierde keer een Nederlander als NAVO-chef, terwijl de Nederlandse defensie-uitgaven jarenlang ondermaats waren? Oost-Europese bondgenoten zitten vrijwel allemaal ruimschoots boven de 2-procentnorm en zijn soms al een kwarteeuw bij de alliantie aangesloten. Toch is de secretaris-generaal iedere keer een West- of Noord-Europeaan.
Rutte doet er verstandig aan naar die grieven te luisteren. Bijvoorbeeld door de functie van plaatsvervangend secretaris-generaal van de NAVO aan een Oost-Europeaan te vergeven – net zoals ex-NAVO-chef Stoltenberg de Roemeen Mircea Geoana in die functie benoemde. Ook verschillende posten in zijn staf zou Rutte aan Oost-Europeanen kunnen vergeven. In Stoltenbergs ‘kabinet’ was Oost-Europa niet vertegenwoordigd.