Belastingdienst kan onnodig hoge schulden helpen voorkomen
Uit onderzoek van de inspectie belastingen, toeslagen en douane blijkt dat te hoge schattingen van inkomens regelmatig het beginpunt vormen van problematische schulden. Daarom zijn meer begrip en een beter inschattingsvermogen bij de Belastingdienst nodig.
De Inspectie belastingen, toeslagen en douane is een onafhankelijk toezichthouder die zich buigt over de vraag of de overheid rechtvaardig en fatsoenlijk omgaat met mensen wanneer zij te maken hebben met belastingen, toeslagen of douanezaken. De inspectie is in 2022 opgericht naar aanleiding van de toeslagenaffaire en de fraudesignalering door de Belastingdienst. Ze signaleert, onderzoekt en agendeert problemen in de dienstverlening vanuit het perspectief van mensen en bedrijven.
Signalen van professionals over concrete problemen uit de praktijk zijn een belangrijke bron voor de inspectie om vast te kunnen stellen waar het structureel niet goed gaat. Zo bepaalt ze waar ze het meest effectief kan zijn.
Dit jaar rondde de inspectie een onderzoek af naar hoe de Belastingdienst problemen van burgers en zzp’ers kan herkennen en (helpen) oplossen. Wat blijkt? Bij mensen met problematische schulden klopt de Belastingdienst vaak aan.
Beginpunt
Uit het onderzoek, bij zowel de schuldenaren als de Belastingdienst, blijkt dat belastingaanslagen die gebaseerd zijn op (te) hoge schattingen van inkomsten regelmatig het beginpunt zijn voor het ontstaan of uit de hand lopen van problemen. De Belastingdienst legt zogeheten ambtshalve aanslagen op als een belastingplichtige de verplichte belastingaangifte niet deed.
Een voorbeeld is mevrouw Braam. Ze opent in 2014 een winkel. Ze doet geen aangifte omzetbelasting omdat ze had gehoord dat ze dat als starter over de eerste periode niet hoefde te doen. Haar inkomsten zijn beperkt: het eerste jaar ongeveer 3000 euro. Omdat ze ten onrechte geen aangifte omzetbelasting doet, maakt de Belastingdienst een schatting van haar inkomsten. Die blijkt veel hoger dan haar werkelijke inkomen. Over de eerste helft van 2014 ontvangt mevrouw Braam een aanslag van 10.000 euro. Ze schakelt een administratiekantoor in, maar dat gaat mis.
Mevrouw wordt ziek, heeft geen overzicht meer en brieven ontgaan haar. Ze blijft aanslagen met boetes van de Belastingdienst ontvangen. Deze zijn steeds gebaseerd op een veelvoud van haar werkelijke inkomsten. Ook wordt ze gemaand om ontvangen toeslagen terug te betalen. Ze raakt steeds verder in de problemen en moet haar huis verkopen. Na enkele jaren klopt ze aan bij een hulpverlener, die alles op een rijtje zet. Ze heeft inmiddels een schuld van 100.000 euro bij de Belastingdienst. Ze kiest voor een schuldhulptraject omdat ze haar leven dan sneller op de rit heeft dan wanneer ze de strijd met de Belastingdienst zou aangaan.
Doorwerking
Dit verhaal is niet uniek. Maar belangrijker nog is dat het wijst op een door de tijd gegroeid institutioneel wantrouwen. De Belastingdienst ging er lange tijd van uit dat belastingplichtigen soms bewust geen aangifte deden. Door hun inkomsten hoog in te schatten, verwachtte de dienst dat ze die groep belastingplichtigen ertoe kon aanzetten om alsnog aangifte te doen.
Het probleem evenwel is dat de Belastingdienst eraan voorbijging dat er ook andere redenen kunnen zijn waarom mensen geen aangifte doen. Denk vooral aan gezondheidsklachten, dak- of thuisloosheid of moeite met de persoonlijke administratie.
Ambtshalve aanslagen en boetes van de Belastingdienst werken door op andere gebieden. De Belastingdienst weegt bijvoorbeeld het aangifte- en betalingsgedrag mee bij het besluit of iemand in aanmerking komt voor uitstel van betaling of kwijtschelding van belastingen. Ook werkt de hoge schatting van de inkomsten door naar regelingen die het geschatte inkomen als uitgangspunt nemen, zoals toeslagen, regelingen voor de eigen bijdrage of rechtsbijstand. Die opeenstapeling maakt de financiële problemen van mensen vaak nog groter dan ze al waren.
Aanpassing
Een deel van de belastingplichtigen die geen aangifte doen en van wie de inkomensgegevens bij de Belastingdienst bekend zijn, komt eigenlijk in aanmerking voor belastingteruggave (sic). Maar geen aanslag, zo is wettelijk vastgelegd , dan ook geen teruggave. Dus ook geen of minder recht op toeslagen en een hogere inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor bijvoorbeeld de zorgverzekering. Om die waterval aan gevolgen te voorkomen, zal de wet volgend jaar worden aangepast.
De aanpassing komt erop neer dat de Belastingdienst altijd een aanslag oplegt, ook als iemand voor teruggave in aanmerking komt maar niet de verplichte aangifte heeft gedaan. Dit werkt dan terug tot het aanslagjaar 2022. Belastingplichtigen die geen aangifte gedaan hebben over het jaar 2021 ontvangen de teruggave dus niet, tenzij ze alsnog hun belastingaangifte doen.
Hoewel de Belastingdienst mensen en bedrijven die geen aangifte hebben gedaan steeds actiever en eerder benadert, bereikt ze nog lang niet iedereen. Er zijn nog steeds belastingplichtigen die, omdat ze geen aangifte deden, aanslagen op basis van hun geschatte inkomen ontvangen. Het is belangrijk dat de Belastingdienst, bijvoorbeeld met steekproeven, bewaakt dat die schattingen redelijk zijn en mensen niet onnodig in problemen brengen.
Ook is het belangrijk dat de Belastingdienst voor mensen die in het verleden door te hoge schattingen in grote problemen gekomen zijn, zoals mevrouw Braam, een passende oplossing zoekt. De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in het vorige kabinet, Marnix van Rij, heeft in reactie op het inspectierapport gezegd dat de Belastingdienst daarop inzet.
De auteur is onderzoeker bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane.
Bron: socialevraagstukken.nl