De Samaritaan doorbreekt zijn plan
Titel:
”Versuch über unser Denken. Eine Denkanregung”
Auteur: Rolf Geißler
Uitgeverij: Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig, 2001
ISBN 3 374 01935 8
Pagina’s: 68
Prijs: € 9,-. Met het verhaal van de barmhartige Samaritaan illustreert de Duisburgse hoogleraar literatuurwetenschap Geißler de verschillende manieren van denken die het avondland beheersen. We moeten de wereld op de juiste manier lezen, luidt zijn boodschap.
„In onze subjectivistische, tegelijk echter ook imperialistische denkstructuur, komt de naaste als levenswerkelijkheid niet meer voor”, moet Geißler vaststellen.
Het waren misschien goede, vrome mensen die de arme man in de gelijkenis lieten liggen. Maar ze lieten zich leiden door het belang dat ze zelf voor ogen hadden. Hun handelen is, aldus Geißler, „intentioneel handelen.”
Anders gezegd: de priester wil zeker niet het begin van de mis mislopen, evenmin als de Leviet zijn synode wil verzuimen. Dat bepaalt hun handelen, zodat ze hun naaste op de weg niet zien. De Samaritaan doorbreekt echter zijn eigen plan en dringt zijn doelstelling naar de achtergrond. Aangedaan door de blik aan zijn naaste, verpleegt hij hem, brengt hij hem in de herberg en betaalt hij de verdere zorg.
In zijn essay ”Versuch über unser Denken” stelt Geißler de aard van het Griekse denken tegenover die van het Joodse. Het opstel herinnert aan het bekende boek ”Ich und Du” (1923) van de Joodse filosoof Martin Buber. Deze plaatst hierin het objectiverende denken, waarin de wereld bestaat uit ”dingen”, tegenover het relationele scheppingsdenken, waarin het oog opengaat voor de ander als mens. Met profetische kracht toonde Buber aan hoe de mens van de twintigste eeuw zijn weg zoekt tussen moreel nihilisme en sociaal engagement.
„In het nihilisme is het waardevrije, onbeteugelde succesdenken het enige dat telt”, schrijft Geißler. Binnen dat denken is voor een Schepper geen plaats. Geißler legt een nadrukkelijk verband met de oude Griekse filosofie. Daarin wordt de wereld gezien als ”natuur”, een verschijnen en vergaan van dingen. Vanuit een ontologische metafysica worden de verhoudingen in de ”kosmos” beschreven.
In het Joodse denken is geen sprake van natuur of kosmos, maar van creatuur. De wereld in eigenlijk zin is geen ”gegeven”, maar een ”geschapen zijn”; geen fysieke kosmos, maar een mensenwereld. Geißler wil aan het „causale, wetmatige, anonieme Griekse denken” zijn alleenrecht ontnemen. Het Griekse begrip ”noodzakelijkheid” plaatst hij tegenover het handelen van een persoonlijke God. De wereld is dan geen geheel van causale relaties van dingen, maar de ruimte waarbinnen mensen denken en doen.
Leren lezen
De oude Goethe merkte eens op dat men niet weet hoeveel moeite het kost te leren lezen. „Ik heb er tachtig jaar voor nodig gehad, en kan nog niet zeggen dat ik het doel heb bereikt.” Lezen is dus moeilijk, erkent Geißler, maar hard nodig.
Juist in deze door het doelgerichte en technische denken beheerste tijd moeten mensen weer leren lezen. Dat betekent zoveel als: luisteren, horen, de ervaringen die met elkaar de werkelijkheid uitmaken serieus nemen. „Hoe te handelen is geen voorwetenschap van het goede dat zich eenvoudig laat uitvoeren, maar een weten dat pas door ervaring en oefening gewonnen kan worden.”
Aan een situatie wordt betekenis ontleend, en deze wordt drijfveer van het handelen. De Samaritaan handelde niet volgens een vooropgezet plan (ook al was hij ongetwijfeld op weg ergens naartoe), maar liet zich leiden door de situatie van het moment, door de blik van de ander die hij naast zich aantrof.
Volgens de literatuurwetenschapper Geißler moeten we ons voortdurend oefenen in leesvaardigheid van de wereld en de dingen. Weigeren we dit te doen, dan kunnen de gevolgen catastrofaal zijn. Geißlers bedoeling is, met een knipoog naar een andere gelijkenis, het land -onze wijze van denken- opnieuw om te ploegen. Om zo een vruchtbare bodem voor het Evangelie te leggen. Want „we zijn planten, die uit de aarde oprijzen, om in de ether te bloeien en vruchten te dragen.”