Ministers kunnen bijvoorbeeld kijken of ze bepaalde programma’s kunnen afbouwen om geld te besparen. Ook zijn er mogelijk overbodige subsidies die het kabinet kan afschaffen. Hoewel uitvoeringsorganisaties aanvankelijk buiten beeld bleven, heeft Heinen bewindspersonen ook de ruimte gegeven om toch in uitvoerders te snijden als daar relatief makkelijk bespaard kan worden.

Heinen vindt de voorgestelde ingreep uit het coalitieakkoord te verdedigen. Hij benadrukt dat ondernemers elke dag moeten kijken of het niet nodig is in de kosten te snijden. „De overheid heeft die natuurlijke prikkel niet.” De minister wijst er ook op dat er al vele jaren niet gericht is bezuinigd op ambtenaren. „Dan vind ik het niet heel gek dat je dan in 2024 zegt, jongens laten we dat weer even tegen het licht houden: kan het niet iets efficiënter.”

Op die manier is het voornemen 22 procent te besparen nog steeds ambitieus. „Het vergt echt wel even nadenken”, erkent Heinen, maar het doel is niet onhaalbaar. De minister van Financiën benadrukt nog maar eens dat de maatregel niet is genomen „uit rancune richting ambtenaren”. De minister is erg onder de indruk van het werk van het personeel op zijn ministerie.