Opinie

Hoorzittingen

4 March 2005 21:48Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

Het is bijna een halfjaar geleden dat het Europees Parlement zo veel bezwaar maakte tegen de nieuwe eurocommissaris Buttiglione, dat de voorzitter van de Europese Commissie geen andere oplossing zag dan hem te vervangen. In Amerika moeten aankomende ministers, ambassadeurs en leden van het hooggerechtshof eveneens voor de Senaat verschijnen om daar kritisch ondervraagd te worden.In Nederland kennen we dergelijke procedures niet, maar wat GroenLinks betreft komt daar verandering in. Al eerder bleek onder de linkse partijen wel animo te bestaan voor zulke hoorzittingen, maar daarmee kwam men nog niet aan een meerderheid.

In het vorige week verschenen Liberaal Manifest, toonde de VVD, althans de commissie-Dales die dit conceptbeginselprogram heeft opgesteld, zich nogal enthousiast over allerlei staatsrechtelijke vernieuwingen. Ook de parlementaire ondervraging van kandidaat-ministers en -staatssecretarissen hoort daarbij.

Nu hebben we in de loop der jaren een aantal staatssecretarissen gehad die na korte tijd (LPF-staatssecretaris Bijlhout al na een paar uur) het veld moesten ruimen, omdat er dingen uit hun verleden openbaar kwamen die niet door de beugel konden. In een parlementaire hoorzitting, zo is de redenering, zouden die punten tijdig boven water zijn gekomen. Het fiasco van een wel zeer kortstondige ambtsperiode was hun dan bespaard gebleven.

De affaire-Bijlhout en vergelijkbare kwesties zijn inderdaad niet goed voor het imago van de politiek. Maar met wat meer inzet van de betrokken formateurs en fractievoorzitters waren deze blunders gemakkelijk te voorkomen geweest.

Kabinetsformaties in Nederland duren tamelijk lang. Veel tijd gaat heen met de vraag naar de gewenste coalitie en het opstellen van een vaak omvangrijk regeerakkoord. De keuze van de nieuwe bewindslieden vormt de slotfase van de formatie en omdat voorgaande fases al veel tijd gekost hebben, gaat dat vaak in hoog tempo.

De formateur neemt dan te weinig tijd om de kandidaten grondig te ondervragen. Daarbij komt dat het afwijzen van een van de kandidaten (vooral wanneer die niet van zijn eigen partij is) gemakkelijk de verhoudingen in de prille coalitie verstoort.

Een hoorzitting door de Tweede Kamer zal de kabinetsformatie waarschijnlijk nog langer ophouden dan wanneer de formateur meer tijd uittrekt voor het beoordelen van de kandidaat-bewindslieden. Een belangrijker bezwaar is echter dat deze aanpak niet past in ons staatsbestel. Dat zit nu eenmaal anders in elkaar dan dat van de EU of van de USA.

Ministers en staatssecretarissen behoeven bij ons niet van tevoren het groene licht te krijgen van een parlementaire meerderheid. Wel geldt dat zij moeten gaan wanneer een kamermeerderheid het vertrouwen in hen opzegt.

Tenzij er sprake is van verborgen gebreken die bij de parlementaire ondervraging aan het licht komen (maar dat zijn toch tamelijk uitzonderlijke gevallen) zal het vrijwel altijd zo zijn dat in discussies over het te voeren beleid de nieuwe coalitie de kandidaten steunt. Hun benoeming gaat dan gewoon door.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer