In verschillende regio’s fungeerden de regionale opvanghubs als een soort buffer, legt de woordvoerder uit. „Vorige week ging de centrale opvang in Utrecht dicht voor mensen uit Oekraïne. Eerst hadden we zo’n twintig mensen per dag in onze opvang. Nu zitten er elke dag honderd.”

De doorstroom van Oekraïners in Nederlandse opvangcentra stokt omdat gemeenten geen plek voor hen hebben. „Onze crisisnoodopvang is heel sober en bedoeld voor maximaal 72 uur en niet langer. Nu komt er maar heel af en toe een plekje vrij.”

Om zoveel mogelijk plekken te realiseren doet de veiligheidsregio naar eigen zeggen een beroep op de solidariteit van de huidige bewoners met de eigen landgenoten. „Wanneer er bijvoorbeeld kamers gedeeld moeten worden met nieuwkomers die anders op straat zouden staan.” In sommige gevallen worden Oekraïners gevraagd zelf te zoeken naar een verblijfplaats.

Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) wees de gemeenten vorige week in een brief op hun verantwoordelijkheid om meer opvangplaatsen te regelen. Minstens vijftig gemeenten zeiden tegen het ANP voorlopig aan de maximale capaciteit te zitten en dus op korte termijn geen extra opvangplekken te kunnen of willen realiseren.