De demonstratie vond plaats vijftien jaar nadat in de Pakistaanse stad Gojra acht christenen op wrede wijze om het leven kwamen en hun woningen werden vernield, aldus Watson Gill, woordvoerder van de Pakistaanse christelijke gemeenschap in Nederland. „Deze zelfde stad staat nu opnieuw in de schijnwerpers door de recente beschuldigingen van blasfemie tegen Saima, een christelijke vrouw, zonder enig onderzoek vooraf. Dit incident laat opnieuw zien hoezeer de blasfemiewetten in Pakistan worden misbruikt om religieuze minderheden te onderdrukken.”

De demonstranten in Den Haag riepen de Pakistaanse regering door middel van posters en spandoeken op tot „onmiddellijke actie”. Zo dient er wat hen betreft direct een einde te komen aan de „ontvoeringen, gedwongen bekeringen en het seksueel geweld tegen christelijke meisjes en vrouwen uit andere minderheidsgroepen in Pakistan”. Ook vroegen zij de regering om degenen te vervolgen die misbruik maken van de blasfemiewetten.

De demonstranten riepen de Pakistaanse staat verder op de christelijke gemeenschap in het land –hun huizen, kerken en andere eigendommen– veel beter te beschermen dan nu gebeurt, en mensen die deze aanvallen streng te straffen. Minderheden moeten bovendien worden behandeld als gelijkwaardige burgers, „met volledige wettelijke bescherming van hun rechten”.

Volgens Watson Gill was de demonstratie mede bedoeld om de aandacht van de internationale gemeenschap op de situatie van christenen in Pakistan te vestigen.