„Het strooizout is bijna op”
Nederland heeft een probleem. De voorraad strooizout is bijna op en vanavond gaat het minstens 10 graden vriezen.
Schiphol en rijks- en provinciale wegen hebben voorrang, dus de gemeenten moeten het zonder strooizout stellen. Het enige wat zij kunnen doen, is proberen voor vanavond de sneeuw van de weg te schuiven, maar dat het superglad gaat worden, is zeker.
Met 40 kilometer per uur stuurt Zeger van Elten (60) zijn sneeuwschuiver over een smal klinkerweggetje bij de buurtschap Telgt, gemeente Ermelo. De sneeuw spuit metersver de berm en het weiland in. Enkele schapen laten de koude douche gelaten over zich heen komen. Als er een fietser nadert, gaat de Ermeloër langzaam rijden. „Zo’n douche kun je die man niet aandoen.”
Hoewel de bak van zijn vrachtwagen tot de nok toe gevuld is met strooizout, mag Van Elten het niet gebruiken. „Door het gewicht heb ik meer grip op de weg. Maar strooien kan niet, want we hebben nog maar een paar vrachtjes voorraad. Dat is alleen voor de echte noodgevallen.”
Volgens uitvoerder openbare werken B. Klasen ligt de schuld van het zouttekort bij de producenten. „Op de twee uitgiftepunten in Utrecht en Delfzijl lag maar 6000 ton voorraad. De producenten hadden niet verwacht dat het in maart nog zo zou gaan sneeuwen en waren daar dus in een mum van tijd doorheen. De fabrieken draaien op volle toeren, maar Schiphol, het Rijk en de provincie gaan voor, dus wij krijgen niets meer. Het enige alternatief is zand, maar dat verstopt het riool. Bovendien werkt het niet zo goed.”
Van Elten heeft in de 25 jaar dat hij bij de gemeente werkt, maar één keer eerder meegemaakt dat het zout op was. „Toen hebben we het uit Duitsland gehaald. Dat was een soort soda. Heel schilferig, maar ook erg agressief. Dat zal nu wel niet meer mogen in verband met vervuiling.”
De Ermelose gemeentewerkers proberen donderdag met twee vrachtwagens, twee pick-uptrucks en twee trekkers de wegen sneeuwvrij te schuiven. Van Elten: „Alles wat weg is, is weg. Als de sneeuw vannacht gaat bevriezen, krijgen we het morgen niet meer van de straat. Vooral voor fietsers wordt het dan levensgevaarlijk.”
Op de buitenwegen bij Telgt zijn deze morgen niet veel fietsers te zien. De weinige automobilisten rijden veel langzamer dan Van Elten. „Opzijgaan doen ze niet. Ze hebben geen enkel besef waar wij mee bezig zijn. Als ik ergens wil keren, gaan ze vlak achter je staan en weigeren opzij te gaan. Mensen hebben nergens tijd meer voor en met een beetje pech worden ze ook nog eens agressief.”
De sneeuwschuivers maken overuren. Woensdagavond zijn ze tot middernacht bezig geweest, donderdagmorgen om 04.00 uur zaten ze al weer achter het stuur. Een kop koffie gaat er halverwege de morgen wel in. Het gemeentebestuur trakteert op saucijzenbroodjes. „Voor jullie tomeloze inzet.”