Dat heeft werkgeversorganisatie VNO-NCW woensdag gezegd. Uit een ander onderzoek blijkt echter dat een meerderheid van de bestuurders een hogere bonus heeft ontvangen.

VNO-NCW trekt zijn conclusies uit een onderzoek uitgevoerd door Towers Perrin onder vijftig grote, merendeels beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. Volgens voorzitter Schraven van VNO-NCW blijkt uit het onderzoek dat de raden van commissarissen van Nederlandse bedrijven „buitengewoon verantwoordelijk” hebben gehandeld „in het spanningsveld tussen nationale belangen en internationale ontwikkelingen.” Dat nationaal belang is de terughoudende loonontwikkeling in Nederland.

Onderzoeksbureau Hay Group deelt de conclusie dat de inkomens van topbestuurders vorig jaar nauwelijks zijn gestegen. Van de lagere bonussen schetst de Hay Group echter „een meer genuanceerd beeld. Van de bestuurders heeft 50 procent een hogere bonus ontvangen, 14 procent een gelijke bonus en 36 procent kreeg een lagere bonus”, aldus een woordvoerster van het bureau.

De Vakcentrale FNV is nog sceptischer over de conclusies van VNO-NCW. „Zij doen dit onderzoek ieder jaar, en iedere keer blijkt achteraf dat de topsalarissen zijn gestegen”, aldus een woordvoerder.

De volgens VNO-NCW gematigde loonstijging van topbestuurders in Nederland staat in schril contrast met de inkomens van topondernemers in sommige andere Europese landen en de Verenigde Staten. In landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en de VS stegen basissalarissen van topondernemers met 4 tot 9 procent. De sterkste stijging deed zich voor in Duitsland (9 procent). De basissalarissen van leden van raden van bestuur zijn in Nederland lager dan in het buitenland, aldus VNO-NCW. Dat geldt ook voor de bonussen en langetermijnbeloningen.