Productieverlaging Ford en GM
De Amerikaanse autoproducenten Ford en General Motors (GM) hebben laten weten hun productiedoelstelling in Noord-Amerika voor het eerste kwartaal flink te verlagen wegens tegenvallende verkoopcijfers.
Ook voor het tweede kwartaal gaan de autogiganten snijden in het aantal nieuwgebouwde voertuigen.
De maatregel is nodig omdat in februari de auto- en truckverkoop in de VS met 1,9 procent is gedaald. Bij GM ging de verkoop in de afgelopen maand zelfs met 13 procent naar beneden. Ford deed het minder slecht met een verkoopdaling van 2,9 procent. Daarentegen steeg de verkoop van buitenlandse merken in de Verenigde Staten zoals Toyota en Nissan aanzienlijk.
Om overproductie te voorkomen, besloot GM de productie in het eerste kwartaal, na een eerdere herziening, verder te verlagen met 45.000 stuks tot 1,18 miljoen. Voor het tweede kwartaal gaat deze nog eens 10 procent omlaag. Ford liet weten in het tweede kwartaal de productie te verlagen met 7 procent. In het eerste kwartaal worden met 910.000 stuks al 11.000 minder Ford-voertuigen in de fabrieken in Noord-Amerika gebouwd.
Volgens kenners is de verkoopdaling vooral een gevolg van de stijging van de autoprijzen in januari. De algemene prijsstijging van 1,3 procent was de grootste sinds 1997. GM en Ford zijn hierdoor het hardst getroffen. De merken hebben vooral last van de tegenvallende verkoop van grote terreinwagens, de SUV’s, ondanks flinke kortingen die werden gegeven. Het aanhoudend hoge peil van de olieprijzen maakt consumenten terughoudend in de aanschaf van deze benzineslurpende wagens. Daarnaast is er steeds meer concurrentie van kleinere en goedkopere modellen van Europese en Japanse automerken.