„Het zal mij een worst wezen”, reageert voormalig slager Peter Post (58) op de vraag of hij rekening houdt met het seizoen waarin groente en fruit van het land komen. In een Jumbo in Barneveld snelt hij met zijn winkelkarretje langs de versafdeling in de richting van de vleeshoek. Vandaag is hij jarig en dat viert hij met een lekker stuk vlees.

Ook Janine van de Graaf (24), die samen met haar baby boodschappen doet, heeft geen voorkeur voor seizoensgroenten. „Ik koop wat ik op dat moment nodig heb.” Wel zou ze niet snel stamppot in de zomer eten, of kersen in de winter.

Jentine van Voorde koopt wel het liefst groente en fruit die vers van het land komen. Ze legt vijf stronken prei in haar winkelwagen. Volgens het bordje op het schap komen die uit Nederland. „Ik vind het belangrijk om Nederlandse boeren te steunen”, noemt ze als hoofdreden. Ook omwille van het milieu en omdat ze denkt dat het gezonder is, koopt ze bij voorkeur lokaal geproduceerde groente. „Voor iedereen is het winst.”

De Jumbo promoot seizoensproducten. „Koken met groente en fruit van het seizoen. Lekkerder, verser, goedkoper”, staat met koeienletters op een houten wand achter de versafdeling. Veel soorten groenten komen volgens het etiket inderdaad uit Nederland, maar dat geldt lang niet voor alles wat er ligt. Zo komen de peultjes uit Zimbabwe, de haricot verts uit Marokko en de sugar snaps uit Peru.

Plastic tunnel

Ongeveer zestig procent van de mensen vindt het belangrijk om met de seizoenen mee te eten om het milieu te ontzien, bleek woensdag uit de nieuwste Nationale Keuzestress Monitor van marktonderzoeksbureau MSI Consultants. Onder 56-plussers ligt dat aandeel nog iets hoger: 68 procent.

Tegelijkertijd controleert slechts 33 procent van alle respondenten en 27 procent van de 56-plussers de herkomst van producten. „Mensen zeggen wel dat ze seizoensproducten eten een goed idee vinden, maar als puntje bij paaltje komt ligt dat anders”, duidt zelfstandig psycholoog Lennard Toma desgevraagd.

„Mensen zeggen wel dat ze seizoensproducten eten een goed idee vinden, maar als puntje bij paaltje komt ligt dat anders” - Lennard Toma, psycholoog

Het Voedingscentrum definieert seizoensproducten als groente en fruit die worden geteeld in de volle grond, onder een plastic tunnel of in de onverwarmde kas, en kort na de oogst worden verkocht. „Wij stimuleren mensen om groente en fruit uit het seizoen te kiezen”, verklaart woordvoerster Pascalle Stijger. „De impact van deze producten op het milieu is namelijk veel kleiner dan van groente en fruit die uit verwarmde kassen komen of uit het buitenland worden ingevlogen.”

Prullenbak

De voorlichtingsinstantie heeft een seizoenskalender ontwikkeld, waarop per maand te zien is welke groente of fruit uit de Nederlandse volle grond, plastic tunnel of onverwarmde kas te koop is. In juli zijn dat bijvoorbeeld doperwt en braam, in augustus mais en meloen, en in september schorseneer en kweepeer.

Met de seizoenen mee eten is volgens Stijger niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de gezondheid. Omdat het mensen stimuleert elke maand andere groente- en fruitsoorten te proberen, zorgt het voor een gevarieerd voedingspatroon. „Elke soort groente en fruit bevat weer andere voedingsstoffen. Die variatie is belangrijk.”

„Elke soort groente en fruit bevat weer andere voedingsstoffen” - Pascalle Stijger, woordvoerster Voedingscentrum

Waar kunnen mensen die milieuvriendelijk willen leven nog meer op letten? „Eet minder vlees en zuivel. Daarmee verminder je de uitstoot van broeikasgassen”, adviseert Stijger. Andere tip: „Ga verspilling tegen. Het is jammer als voedingsmiddelen in de prullenbak belanden, want voor de productie en het transport zijn energie en grondstoffen nodig. En eet en drink niet meer dan nodig is. Zeker in Nederland consumeren mensen vaak te veel. Producten als alcohol, frisdrank en snacks heeft je lichaam niet nodig, maar belasten het milieu wel. Drink lekker kraanwater: dat is goedkoop, gezond én beter voor het milieu.”