Ex–officier Bosnische Serviërs pleit niet schuldig
Een voormalig lid van de generale staf van de Serviërs in Bosnië–Herzegovina, Milan Gvero (67), heeft zich woensdag voor het Joegoslavië–Tribunaal niet schuldig verklaard aan het telastegelegde. De medebeklaagde ex–officier Radivoje Miletic (57) wilde eerst met een door hem zelf gekozen raadsman overleggen voor hij zou pleiten.
Beide officieren zijn de afgelopen week vrijwillig naar het tribunaal gekomen. Ze worden door de aanklagers beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid en een oorlogsmisdaad. In de aanklacht tegen deze twee staat ex–officier Zrdavko Tolomir bovenaan. Hij heeft zich nog niet aan het tribunaal overgegeven.
Miletic beklemtoonde voor rechter Agius van het tribunaal dat hij zich niet heeft overgegeven maar dat hij naar Den Haag is gekomen. Generaals geven zich volgens Miletic niet over. Hij was in 1995 chef training en operaties in de generale staf en kon optreden als plaatsvervanger van de nog steeds voortvluchtige ex–bevelhebber generaal Ratko Mladic. Miletic liet wel blijken dat hij de beschuldigingen van de hand wijst.
Gvero liet er geen misverstand over bestaan dat hij zich voor onschuldig houdt. Hij noemde de aanklachten onbegrijpelijk en zaken waar hij nooit iets mee te maken heeft gehad. Gvero was in de staf de officier belast met morele, religieuze en juridische zaken. Hij heeft naar eigen zeggen in de hele oorlog nog geen mus gedood en hij had geen eens ondergeschikten om bevelen te geven. Gvero kondigde aan zijn onschuld aan te tonen ondanks Agius’ uitleg dat hij dat niet hoefde. De aanklagers moeten namelijk aantonen dat de schuld van de beklaagde op alle punten boven twijfel verheven is.
Zij willen aantonen dat de drie in deze zaak genoemde beklaagden, samen met anderen, verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige verdrijving van moslims in de streek van Srebrenica en Zepa tijdens de afscheidingsoorlog in Bosnië. Ze speelden daarbij in 1995 ook een rol bij de inname van de enclaves Srebrenica en Zepa door de Bosnisch–Servische troepen.