Nearfield maakte deze week bekend dat het 135 miljoen euro bij investeerders heeft opgehaald voor de ontwikkeling van geavanceerde meetsystemen voor de chipindustrie. Het bedrijf heeft het Zuid-Koreaanse techconcern Samsung al als klant binnengehaald.

Nearfield lijkt daarmee een nieuw Nederlands succesverhaal te worden op de uiterst lucratieve halfgeleidermarkt, na ASML, ASMI en Besi. Lamers is niet verbaasd dat Nearfield in één adem met deze bedrijven wordt genoemd. „Ik denk dat het een juiste reflectie is van onze ambitie om marktleider te worden in meet- en inspectieapparatuur voor het meest geavanceerde deel van de chipmarkt.”

De sleutel voor het succes van deze bedrijven ligt volgens Lamers in het „Nederlandse ecosysteem” voor halfgeleiders. „Het talent, de universiteiten, de leveranciers en de kennis die hier is verzameld, dragen daar allemaal aan bij.”

Nearfield profiteert vooral van de opmars van kunstmatige intelligentie, die om steeds snellere en energiezuinige chips vraagt. „Om die te kunnen maken wordt het productieproces steeds complexer”, legt Lamers uit. „In een groot deel van dat proces is geavanceerde meet- en inspectieapparatuur nodig waarmee deze chips op een rendabele manier geproduceerd kunnen worden.”

Het bedrag van 135 miljoen dat Nearfield heeft opgehaald, is hard nodig om de productiecapaciteit op te schalen en internationaal uit te breiden, zegt Lamers. „Klanten eisen dat je lokale ondersteuning kunt bieden. Daarom moeten we aanwezig zijn in landen als Amerika, Japan, Taiwan en Zuid-Korea. Daar zijn we nu mee bezig. Dit jaar maken we al de stap naar de Verenigde Staten.”

Nearfield wil in 2030 de onbetwiste marktleider zijn op het gebied van meetapparatuur voor de chipindustrie. Of die groei op eigen kracht kan worden gerealiseerd, is de vraag. Een beursgang ligt voor de hand. Op welke termijn wil Lamers niet zeggen. „Dat hangt af van de marktomstandigheden, maar mogelijk al binnen enkele jaren.”