Tandartsdiscussie
Gewoontegetrouw voer ik met mijn tandarts discussies over allerhande onderwerpen. De discussie begint bij het ’vooronderzoek’, valt tijdens het ’echte’ werk enigszins stil (of krijgt een wat eenzijdig karakter; de tandarts gaat onverstoorbaar verder, terwijl mijn bijdrage beperkt blijft tot knikken en „ah”) en wordt na de behandeling afgerond.
Onze laatste discussie betrof het door de tandarts gehanteerde tarief. Ik was van mening dat een tandarts relatief weinig verdient. Argumenten: hard werken, lange dagen, een grote verantwoordelijkheid en een hoge kostenstructuur (assistenten, apparatuur, pand, administratie). Het salaris dat -voor een eerlijk blijvende tandarts- overblijft is ’niet slecht’, maar is beduidend lager dan het inkomen van bijvoorbeeld advocaten, consultants en accountants. De tandarts beloofde -naar mijn persoon toe- een en ander recht te zetten in zijn factuur…
Vorstelijk
Het spreekt voor zich dat niet alle veelverdieners over één kam kunnen worden geschoren. Alleen al in de advocatuur -waartoe ik mij gemakshalve beperk- geldt een bandbreedte van circa 90 euro per uur (het tarief dat de overheid vergoedt voor onvermogenden) tot circa 700 euro per uur (het tarief dat bij grote internationale transacties wordt gehanteerd). Het tarief varieert al naar gelang men te maken heeft met een ’beginner’ (advocaatstagiair die kort geleden de collegebanken heeft verlaten en het vak nog moet leren), een medewerker (3 of meer jaren ervaring) of een compagnon. Daarbij speelt ook de grootte van het kantoor een belangrijke rol. Een compagnon van een klein kantoor rekent tussen de 185 euro en 300 euro per uur; een compagnon van een (middel)groot kantoor het dubbele.
Het hoge tarief -vergelijk het met een zelfstandig werkende timmerman die circa 35 euro per uur rekent- wordt echter lang niet altijd gerechtvaardigd door de hoeveelheid kennis van de betreffende advocaat of het complexe karakter van de zaak. De hoge tarieven worden eenvoudigweg in rekening gebracht omdat het kantoor een zekere (internationale) uitstraling heeft en daardoor de bovenkant van de markt mag bedienen. Het gaat hier om de wereld van het grote geld, waarbij het de cliënt weinig uitmaakt welk tarief wordt gehanteerd. De belangen van de cliënt zijn vaak groot en in dat perspectief verbleekt de rekening van de advocaat. Wat is een factuur van een ton euro op een fusie of een proces over een zaak van honderd miljoen?
Bovendien ontvangen de meeste bestuurders van grote bedrijven eveneens een (zeer) vorstelijk salaris. Zij vinden het prima als hun advocaat, consultant of accountant een vergelijkbaar inkomen verdient. De wereld van het grote geld…
Pro Deo
Vanuit een bijbels perspectief kan toch niet worden volgehouden dat elk tarief te verantwoorden is, enkel en alleen op grond van het gegeven dat de cliënt het immers wil betalen. Marktwerking is goed, maar heeft ethische grenzen. Het klinkt misschien soft, maar sommige tarieven gaan toch echt richting woekerwinst. Daaraan zou een christen niet mee moeten doen. Een tarief moet kunnen worden gelegitimeerd door de aard van de te leveren prestatie en de daarbij behorende verantwoordelijkheid.
Zo is het gerechtvaardigd om in een complexe (juridische) zaak een hoger tarief op tafel te leggen dan in een ”huis, tuin en keuken”-geval. Een hoog tarief kan ook worden gecompenseerd door mindervermogenden tegen een laag tarief of zelfs pro Deo te helpen. Ook in de wereld van het grote geld moet de christendienstverlener met een eerlijk gewezen kunnen bidden om zijn „dagelijks brood.”