De hoeveelheid bitcoin die op zaterdag en zondag wordt verhandeld is gezakt tot een dieptepunt van 16 procent van het totaal, hebben de marktvorsers becijferd. In 2019 ging het nog om 28 procent. De daling van de weekendhandel is een „trend die al jaren aan de gang is”, zegt Kaiko-onderzoeker Dessislava Aubert. Maar volgens haar heeft de komst van de bitcoinfondsen de ontwikkeling versneld.

Naar de komst van die fondsen, ook wel bitcoin-ETF’s genoemd, werd lang uitgekeken. Aanvankelijk weigerde de Amerikaanse beurswaakhond SEC akkoord te gaan, maar begin dit jaar kwam het er alsnog van. Die fondsen hebben de cryptomunt toegankelijker gemaakt voor een grotere groep beleggers. Beleggers hoeven daardoor niet direct bitcoin te kopen en op te slaan in een digitale portemonnee. In plaats daarvan hebben ze de mogelijkheid om indirect te investeren in bitcoin via de beursgenoteerde fondsen.

Wat mogelijk ook meespeelt bij de daling van de weekendhandel is het omvallen van de cryptovriendelijke banken Silicon Valley Bank en Signature Bank vorig jaar. Via die Amerikaanse banken konden cryptobeleggers makkelijk 24 uur per dag, zeven dagen per week crypto’s kopen en verkopen.

In het verleden stond de bitcoinhandel ook wel bekend om zijn ‘Wild Weekends’ waarin de digitale valuta grote koersschommelingen liet zien. Maar van dat fenomeen lijkt de laatste tijd minder sprake volgens Kaiko. Momenteel is de munt ongeveer 61.000 dollar waard, rond de 20.000 dollar meer dan begin dit jaar. De koersstijging ging vooral hard in de eerste maanden van het jaar. Sinds eind februari beweegt de koers voornamelijk tussen de 60.000 en 70.000 dollar. Volgens Kaiko is het koersverloop een stuk ‘saaier’ geworden, met minder uitschieters.