Ook Arnhem maakt excuses voor slavernijverleden
In navolging van andere steden heeft ook Arnhem excuses aangeboden voor het slavernijverleden van de stad. Burgemeester Ahmed Marcouch deed dat zondag namens het stadsbestuur tijdens Keti Koti in Park Zypendaal in Arnhem.
De gemeente Arnhem liet zo’n anderhalf jaar lang onderzoek doen naar het Arnhemse slavernijverleden. „Wat onomstotelijk vaststaat is dit: het Arnhemse stadsbestuur was eeuwenlang actief en rechtstreeks betrokken bij het opzetten, uitbouwen en exploiteren van een onmenselijk economisch systeem dat gebaseerd was op slavernij en de handel in slaafgemaakten”, zei Marcouch daarover. „Daarvoor bied ik, namens het stadsbestuur van de gemeente Arnhem, de nazaten mijn diep doorvoelde excuses aan.”
De burgemeester zei dat Arnhem na allerlei studies en gesprekken over de gevolgen van de slavernij „maar al te goed weet” waar het excuses voor maakt. De stad dankt veel van de landgoederen en villa’s aan de opbrengsten ervan. Ook twee vroegere burgemeesters speelden er volgens Marcouch een rol in: eentje was betrokken bij de oprichting van de West-Indische Compagnie en een ander investeerde.
Marcouch: „Het idee dat dit normaal was, is doorgedrongen tot in mijn werkkamer. Ik zie dagelijks twee tot slaaf gemaakte jongens in het familiewapen van burgemeester Pels Rijcken, in het glas in lood van mijn werkraam. Het herinnert mij eraan hoe goed het is om discriminatie en uitbuiting onze stad uit te werken.”
Eerder werd al bekendgemaakt dat Arnhem een herdenkingsmonument wil neerzetten in Park Zypendaal.
In de afgelopen periode boden onder meer Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen, Utrecht, Vlissingen, Middelburg, de provincies Zuid-Holland en Zeeland al excuses aan.