Korter douchen is straks goedkoper
Nog maar 100 liter drinkwater per persoon per dag in plaats van 134 liter. Dat is het doel van het Nationaal Plan van Aanpak. Hoe bereiken we dat?
Kijkt het drinkwaterbedrijf straks mee hoelang iemand onder de douche staat? Nou nee, dat gaat natuurlijk veel te ver. Wel gaan de waterbedrijven dit jaar slimme meters testen, waarop mensen thuis zelf kunnen aflezen hoeveel water ze dagelijks gebruiken en wanneer. Die zien dan meteen wat een douchebeurt, toiletbezoek of draaiende wasmachine aan water kost. En aan geld.
Die kosten worden interessanter als het waterbedrijf straks verschillende tarieven in rekening mag brengen voor basis- en comfortgebruik. In België gebeurt dat al, schrijft minister Mark Harbers in een brief aan de Tweede Kamer. Het comforttarief ligt hoger dan het basistarief voor de dagelijkse hoeveelheid aan huiselijk gebruik en nodigt uit om te minderen: korter douchen, gericht sproeien in de tuin, niet elke zomerse dag opnieuw een zwembad laten vollopen.
Stijgende vraag
Of Nederland het Belgische voorbeeld gaat volgen, hangt af van het onderzoek dat de minister laat doen naar de beprijzing van drinkwater. Dat is waarschijnlijk komend najaar klaar en dan zit er een andere minister. Maar dat besparing nodig is staat vast. Om te voorkomen dat er op een dag zomaar geen water uit de kraan stroomt. Want de vraag naar water stijgt, door groei van de bevolking en economische activiteit, terwijl de beschikbaarheid daalt, vooral door klimaatverandering.
Volgens het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing, dat Harbers deze week naar de Kamer stuurde, moet het gemiddelde gebruik van drinkwater in 2035 terug naar 100 liter per persoon per dag. Nu is dat volgens cijfers van het CBS nog 134 liter. Omdat huishoudens bijna driekwart (74 procent) van het drinkwater gebruiken, is de eerste inzet gericht op besparing thuis. Daarvoor wordt een campagne opgezet.
‘Grijs’ spoelwater
Ook gaat techniek bijdragen aan dat streefdoel van 100 liter. Door bij nieuwbouw en renovatie van woningen een afzonderlijk circuit voor regenwater of hergebruik van ‘grijs’ spoelwater aan te leggen, is geen drinkwater meer nodig voor toiletten en wasmachines. Van het drinkwater thuis spoelt 41 procent door de douche, 29 procent door het toilet en 12 procent door de wasmachine. Daarnaast moeten zakelijke gebruikers in kantoren, restaurants en andere bedrijfspanden in 2035 het watergebruik met minstens 20 procent verminderen.
De waterbedrijven dringen er al langere tijd op aan om de beschikbaarheid van drinkwatervoorraden veilig te stellen. Bij enkele bedrijven zijn door de droge zomers van de afgelopen jaren de reserves al flink aangetast. Ze putten hun voorraden zowel uit grond- als oppervlaktewater, maar door verdroging en vervuiling en een grotere vraag dreigt al voor 2030 in sommige delen van het land een tekort.
Behalve verdroging zorgt ook verzilting door opdringend zeewater voor problemen: om die tegen te gaan is juist meer zoetwater nodig in rivieren, kanalen en beken. Dat water kan dan niet worden gebruikt om te filteren tot drinkwater.
Tekorten in 2030
In de toekomst zal dat vaker nodig zijn, ook voor doorspoeling van grachten en verhoging van het waterpeil in poldergebieden. Ook behoud en herstel van natuurgebieden vraagt om water en als Nederland in 2027 moet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water –waar het al in 2000 voor heeft getekend– moeten verdroogde watersystemen worden hersteld.
Voorlopig heeft Nederland nog genoeg water, maar het RIVM voorspelde vorig jaar dat er in 2030 tekorten ontstaan als Nederland geen actie onderneemt. Mensen die de kraan zien stromen, beseffen dat niet, zeggen de waterbedrijven. Een slimme watermeter en een comforttarief kunnen helpen bij de bewustwording. In het uiterste geval, zo waarschuwt het plan van aanpak, zullen in periodes van droogte restricties moeten worden opgelegd aan het gebruik van drinkwater.