Meditatie: Driemaal zalig
Psalm 16:11
„Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.”
In dit leven reeds geniet Gods Kerk het goede van Gods huis en heilige van Zijn paleis en daarna zal het niet minder zijn dan volle verzadiging der vreugde en eeuwige liefelijkheden in Gods rechterhand. De maaltijd is ook echt vorstelijk, zoals hier de Gastheer Zelf de Koning van alle koningen is.
Zij die daaraan deel hebben, worden ook tot koningen en priesters gemaakt. Hier zit men aan in de blinkendste gewaden van gerechtigheid, heiligheid en vrede, terwijl de zaal, voor de bruiloft toebereid, van licht en heerlijkheid schittert. De Almachtige is voor deze aanzittende gasten tot een eeuwig licht en hun God tot hun sierlijkheid. Ja, het is een wel toebereide maaltijd. Het plan daartoe werd in de eeuwigheid reeds geschetst. De maaltijd werd klaargemaakt met het oog op de dagelijkse viering, die gehouden zou worden.
Nu zouden toch na het slachten van het geestelijke Paaslam Jezus Christus, Die zowel de ware zielenspijs als de verdienende oorzaak van deze heerlijke maaltijd vormt, alle volken en natiën ook tot dit heil van onze God geroepen worden. Mij dunkt, terwijl u al deze dingen hoort, ontstaat in uwe harten eenzelfde en mogelijk nog uitnemender overpeinzing dan die ook bij de aanzittende gast verwekt was: „Zalig”, zegt u „driemaal zalig en gelukkig is hij die brood zal eten aan deze grote maaltijd in het Koninkrijk Gods.”
Theodorus Adrianus Clarisse,
predikant te Amsterdam
(”Een drietal leerredenen, Lukas 14:15 tot en met 24”, 1779)