Servische verdachten bereid naar Den Haag te komen
Zes Serviërs die gezocht worden door het internationale Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag, zijn bereid zich vrijwillig bij die instelling te vervoegen. Dit heeft de Joegoslavische regering dinsdag meegedeeld. De zes zijn niet de meest gezochte of bekendste verdachten.
De premier van de deelstaat Servië, Zoran Djindjic, voorspelde dinsdag tijdens een bezoek aan Londen dat de meeste van de 23 gezochte Serviërs binnen twee tot drie weken in Den Haag kunnen zijn. Sommigen komen de komende dagen, meende Djindjic. Hij zette in 2001 de voormalige president Milosevic op een toestel naar Den Haag, ondanks het oordeel van opperrechters die diens uitlevering voorlopig hadden verboden.
De Joegoslavische autoriteiten hebben onder dwang van met name Amerikaanse sancties 23 verdachten een ultimatum gesteld zich over te geven. Dat ultimatum rekten ze de afgelopen dagen een beetje op. Nu zou er echter vaart zitten in de overgave van personen die het tribunaal beschuldigt van misdaden in de afscheidingsoorlogen in voormalig Joegoslavië (1991-1995) en tijdens de oorlog om de macht in Kosovo, die in 1999 door de NAVO in het voordeel van een etnisch Albanese guerrillabeweging werd beslecht.
Het Joegoslavië-Tribunaal is in Joegoslavië ondanks hoge kijkcijfers niet populair. Het wordt gezien als een bevooroordeelde anti-Servische instelling die bijvoorbeeld weigert de dubieuze rol van de NAVO te onderzoeken.