Agent die 18-jarige jongen in Delft doodschoot, gaat vrijuit
Een agent die op 8 oktober 2018 bij een coffeeshop in Delft een 18-jarige jongen doodschoot, gaat vrijuit. De rechtbank in Utrecht stelde vrijdag dat hij niet onterecht heeft geschoten. Het Openbaar Ministerie eiste eerder al dat de agent vrijuit moest gaan, maar de familie van de jongen diende een klacht in, waardoor het gerechtshof in Amsterdam in 2022 besloot dat de agent alsnog vervolgd moest worden.
In die bewuste nacht kwam het slachtoffer met een andere man op een scooter naar de Breestraat in Delft, waar hij op een coffeeshop leek te willen schieten. Op beelden viel te zien dat „iets dat eruit zag als een vuurwapen” weigerde. De surveillerende agent zag hem op ongeveer 20 meter afstand vanuit zijn auto. Hij deed zijn lampen aan, stapte uit, richtte zijn wapen en riep „politie”. De agent verklaarde later dat hij een geluid hoorde dat hij herkende als het doorladen van een vuurwapen en loste vijf schoten, waarbij hij richtte op de borst en de benen.
De jongen rende weg en werd niet veel later door twee jongens in een auto naar een ziekenhuis in Zoetermeer gebracht. Hij overleed aan zijn verwondingen. De agent, van wie de identiteit wordt afgeschermd vanwege zijn veiligheid, beriep zich op noodweer. „Het was hij of ik”, had hij verklaard. Hij zegt uit angst te hebben gehandeld. In dat jaar waren in Delft meerdere geweldsincidenten met wapens, ook bij de desbetreffende coffeeshop.
„De agent heeft mogen handelen zoals hij heeft gehandeld”, was de mening van het OM. Volgens de familie waren de schoten onterecht, maar de rechter sloot zich vrijdag bij aan bij het OM. „Hij handelde uit noodweer en heeft niet onterecht geschoten. Een waarschuwingsschot was in deze situatie een gepasseerd station.” De rechter benadrukte zich bewust te zijn van de impact van de dood van de jongen op de nabestaanden. „We realiseren ons dat zij op een andere uitkomst hadden gehoopt”, zei de rechter, „maar de rechtbank komt tot een andere beslissing”.