De loopgraaf in voor Nederland? „Ik zal niet snel iemand dood kunnen schieten voor een stukje land of een stad”
Wie is er bereid voor zijn land te vechten? Die vraag legde Trineke Palm, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, woensdagavond voor aan studenten van C.S.F.R. Nijmegen.
Hier en daar schieten handen omhoog. „Ik vind het belangrijk dat er vrijheid is”, licht een studente toe. „Je moet iets overhebben voor de verdediging van je land.” Toch zou niet iedereen zich in de strijd willen werpen. „Ik vind Nederland best een leuk land, maar zo veel heb ik er niet voor over”, reageert iemand uit de zaal. „Als er oorlog komt, vlucht ik wel naar een ander land.”
„Ik vind Nederland best een leuk land, maar vechten heb ik er niet voor over” - Student C.S.F.R.
Het zit dus vast op nationale gevoelens, constateert Palm. „Zou je wel voor Nijmegen willen vechten?” Een student die ook zijn hand opstak: „Ik zal niet snel iemand dood kunnen schieten voor een stukje land of een stad.”
Palm gaat deze avond nog een stapje verder. ”Vechten voor Europa?” luidt het thema van haar lezing. Het gaat niet over vechten voor een zetel in Europa, maakt ze meteen duidelijk. „We zijn onze wonden nog aan het likken.” Nee, het draait nu om de vraag: moet er een Europees leger komen of niet?
Engels termen zijn taboe bij het dispuut Quo Vadis. De politicoloog betwijfelt of het haar gaat lukken die in de lezing te vermijden. Vrijwel direct laat ze er –onbewust– op volgen dat Europa en defensie „niet superfancy” zijn. De zaal lacht.
Fancy of niet, nieuw is het idee dat Europa de militaire krachten beter kan bundelen zeker niet. Al in 1950 pleitte Frankrijk voor een Europees leger. Duitsland kon dan ook zonder eigen krijgsmacht bijdragen aan de verdediging van West-Europa. Het idee was dat alleen bij rampen of landelijke crises nog militairen op nationaal niveau ingezet konden worden. Uiteindelijk strandde het plan in Frankrijk zelf, vertelt Palm. Het land wilde toch liever zelf de controle houden. Ook de opkomst van communisten, die de Sovjet-Unie niet als gevaar zagen, speelde mee.
Inmiddels maakt de Europese Commissie zich sterk voor meer militaire samenwerking. Zo is er in de huidige meerjarenbegroting voor het eerst een budget voor defensie gereserveerd. De grote vraag is: maakt de dreiging vanuit Rusland een gemeenschappelijk leger noodzakelijk?
Trump
De ChristenUnie stemde in maart 2022 voor een motie van FVD die de regering verzoekt de oprichting van zo’n Europees leger uit te sluiten. Palm vindt dat voorbarig, omdat niet staat uitgelegd wat er wordt bedoeld met een Europees leger. Volgens haar kunnen lidstaten op sommige gebieden juist beter samenwerken. „Oekraïne krijgt nu uit heel Europa verschillend materieel, terwijl munitie voor het ene wapensysteem niet zomaar voor het andere gebruikt kan worden.”
Hoewel lidstaten de norm voor defensie-uitgaven –2 procent van het bruto nationaal product– lang niet halen, geven ze volgens Palm samen „best veel” uit aan defensie. „Als we niet bereid zijn het budget voldoende te verhogen, moeten we meer samenwerken”, stelt ze. „Want als een land zijn eigen burgers niet kan beschermen, heeft het anderen nodig.” Tegelijk wijst ze op het belang van een weerbare samenleving. „Zijn we voorbereid op een scenario waarbij we het langdurig zonder internet moeten doen?”
„Als een land zijn eigen burgers niet kan beschermen, heeft het anderen nodig” - Trineke Palm, directeur Wetenschappelijk Instituut ChristenUnie
Na de pauze wil een student weten hoe Palm aankijkt tegen de woorden van Donald Trump. Landen die niet voldoen aan de 2 procentsnorm hoeven niet te rekenen op steun van de Verenigde Staten, waarschuwde de Amerikaanse presidentskandidaat. De reprimande over de defensie-uitgaven noemt Palm „misschien wel een van de verstandigste uitspraken van Trump”. „Zelfs als Biden verkozen wordt, heeft de VS andere prioriteiten. En ook de wereldpolitiek is instabiel. Er wordt meer van Europa verwacht.”