EU wil bescherming Oekraïense vluchtelingen opnieuw verlengen
De Europese Commissie stelt de lidstaten voor de bescherming voor Oekraïense vluchtelingen opnieuw met een jaar te verlengen, tot 4 maart 2026. De EU-ministers van asiel- en migratiezaken nemen daar donderdag een besluit over, tijdens een raad in Luxemburg. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) steunt het voorstel en verwacht dat andere lidstaten dat ook zullen doen, schrijft hij op X.
„We moeten hen een veilige plek blijven bieden nu de oorlog voortduurt”, schrijft Van der Burg.
De voortdurende oorlog is de reden waarom de Europese Commissie dinsdag aan de 27 lidstaten heeft voorgesteld om de tijdelijke bescherming „voor mensen die de Russische agressie tegen Oekraïne ontvluchten” met nog een jaar te verlengen.
„Gezien de voortdurende Russische aanvallen op de civiele en kritieke infrastructuur in Oekraïne zijn er momenteel geen veilige en duurzame omstandigheden voor de terugkeer van mensen naar Oekraïne”, schrijft de commissie in een verklaring. De redenen voor de tijdelijke bescherming blijven volgens de commissie daarmee bestaan.
De zogeheten Richtlijn Tijdelijke Bescherming werd op 4 maart 2022 unaniem door de EU-lidstaten aangenomen, niet lang nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen. Op dit moment doen 4,2 miljoen Oekraïense ontheemden een beroep op die bescherming. Een derde daarvan is kind.
Ontheemden uit Oekraïne hebben via die richtlijn recht op opvang, medische zorg en onderwijs voor minderjarige kinderen.