Vattenfall wint tender voor bouw windpark voor kust IJmuiden
De bouw van een windpark voor de Noord-Hollandse kust is gegund aan Zeevonk, een bedrijf van energieleverancier Vattenfall en de Deense investeringsmaatschappij Copenhagen Infrastructure Partners (CIP). Het park, IJmuiden Ver Beta, krijgt een vermogen van ongeveer 2 gigawatt en wordt naar verwachting in 2029 in gebruik genomen.
Onder het gegunde project valt ook de bouw van een drijvend zonnepark met een vermogen van 50 megawatt. Daarnaast wordt in de haven van Rotterdam een zogeheten elektrolyser geïnstalleerd, waar elektriciteit van het windpark wordt gebruikt voor de productie van groene waterstof.
„Nederland zet opnieuw een grote stap voorwaarts in de energietransitie met IJmuiden Ver. Door wind, zon en waterstof te combineren zal dit project een state-of-the-art energiesysteem creëren”, zegt topman Martijn Hagens van Vattenfall Nederland. „We zijn ontzettend trots dat we deze vergunning hebben gekregen en kijken ernaar uit om onze plannen voor dit energiepark samen met CIP uit te voeren.”
Een ander project, IJmuiden Ver Alpha, is gegund aan Noordzeker, een consortium van pensioenfonds ABP, pensioenbelegger APG en windparkontwikkelaar SSE Renewables. Vattenfall deed ook mee aan deze aanbesteding. Net als IJmuiden Ver Beta krijgt ook Alpha een capaciteit van ongeveer 2 gigawatt. Het consortium zegt te gaan samenwerken met onderzoeksinstituut Naturalis Biodiversity Center uit Leiden.
„Met Noordzeker hebben we de ambitie om een groot windpark op de Noordzee te exploiteren. We willen samen met Naturalis de ecologische lat voor de ontwikkeling, bouw en het beheer van windparken in de Noordzee verhogen”, meldt Harmen van Wijnen, bestuursvoorzitter van ABP. „Hierdoor zorgen we voor een goed financieel rendement voor onze pensioendeelnemers en voor betaalbare en schone energie voor Nederland, goed voor mens en natuur.”
Vattenfall was eerder kritisch op de aanbestedingsprocedures van de regering voor windenergie op zee. Zo waarschuwde de energieleverancier dat het financiële gedeelte van zo’n procedure te veel gewicht krijgt bij de beoordelingen. Daarmee lopen bedrijven een groter risico: het is namelijk onzeker of de elektriciteitsprijzen voldoende zullen zijn om de uitgaven te dekken.