Findit plaatste drie weken geleden een advertentie, waarin een beloning van 10.000 euro werd beloofd aan degene die kon bewijzen waar Thijssen in de ochtend van 4 oktober 2001 is geweest. Volgens directeur R. Jansen van Findit was de raadsvrouw op die dag niet waar ze had moeten zijn, en dat had zijn opdrachtgever zeer veel geld gekost.

Advocatenkantoor Hoge van den Broek uit Nijmegen, waar Thijssen werkt, spande meteen een geding aan omdat de goede naam van de advocate en het kantoor beklad zouden zijn door de advertentie. De rechter is het met de eisers eens dat er sprake is van een verdachtmaking, die nergens op steunt, zo blijkt uit de uitspraak.

Volgens de Arnhemse rechtbank heeft Jansen geen enkel inzicht kunnen geven in de beweegredenen om de gewraakte advertentie te plaatsen. Hij is niet met feitenmateriaal gekomen en ook zijn opdrachtgever is vaag gebleven. Bovendien ziet de rechtbank niet in, waarom Jansen of zijn opdrachtgever niet langs een meer gebruikelijke weg om informatie hebben gevraagd, bijvoorbeeld bij het kantoor of bij de deken in Nijmegen.

Jansen moet in de rectificatie melden dat elke suggestie dat „mevrouw Thijssen op die datum op welke wijze dan ook tegenover wie dan ook onjuist zou hebben gehandeld” onjuist is op straffe van een dwangsom van maximaal 100.000 euro.