Gideon van Meijeren veroordeeld tot 200 uur taakstraf om opruiing
Tweede Kamerlid Gideon van Meijeren is dinsdag veroordeeld tot een taakstraf van tweehonderd uur voor opruiing. Het Openbaar Ministerie had dit in de opruiingszaak ook geëist tegen de politicus van Forum voor Democratie.
Van Meijeren werd vervolgd voor twee gevallen van opruiing. De rechtbank acht ze beide bewezen. Volgens de rechter heeft Van Meijeren als Kamerlid de openbare orde in gevaar gebracht.
De opruiingszaak ging over twee gevallen. Het eerste moment was op 2 juli 2022, tijdens een boerenmanifestatie in het Gelderse Tuil, waarbij de politicus van Forum voor Democratie in een toespraak sprak over geweld tegen de overheid indien er boerenbedrijven onteigend zouden worden.
Het tweede geval betreft uitspraken in een interview dat op 13 november 2022 gepubliceerd werd op internet. In dat gesprek spoorde hij aan om op te trekken naar het parlement, en er net zolang te blijven tot de regering weg is.
„U zegt zelf voorstander te zijn van vreedzaam verzet, maar die enkele mededeling hoeft het opruiende karakter niet weg te nemen”, legde de rechtbank uit. „U benoemt de mogelijkheid om met geweld in opstand te komen. U bent zelf misschien wel voorstander van vreedzaam en geweldloos verzet, maar uw publiek hoeft dat niet te zijn.”
De rechtbank komt tot de conclusie dat Van Meijeren zijn positie als volksvertegenwoordiger aanwendde om het publiek, in dit geval ontevreden boeren ten tijde van de boerenprotesten, aan te zetten tot gewelddadige acties.
De rechtbank heeft in het oordeel de context van de uitspraken meegewogen. Van Meijeren deed zijn uitlatingen in een tijd van hevige boerenprotestacties, waarbij ook daadwerkelijk strafbare feiten werden gepleegd. Ook zat Nederland nog in de nasleep van de coronapandemie. Daarnaast benoemde de rechtbank de bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten in januari 2021 en de bestorming van het presidentieel paleis in Sri Lanka in juli van dat jaar, wat heeft geleid tot het aftreden van de president.
De positie als volksvertegenwoordiger brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee, hoorde Van Meijeren de rechter zeggen. De rechtbank rekent hem aan dat hij opriep „tot gewelddadig protest tegen een overheid waar u nota bene zelf een belangrijk onderdeel van vormt als volksvertegenwoordiger.”