De partij Broeders van Italië stond nadat bijna alle stemmen waren geteld op 28,82 procent van de stemmen. De partij van Meloni deed het daarmee beter dan bij de landelijke verkiezing van 2022. Toen kreeg die ongeveer 26 procent van de stemmen. De partijen van sommige andere belangrijke EU-leiders, zoals de Duitse regeringschef Olaf Scholz en de Franse president Emmanuel Macron, zijn juist afgestraft.

De opkomst stond op ruim 49 procent, voor Italië ongekend laag. De anti-immigratiepartij Lega noteerde dit keer een groot verlies. De coalitiepartij die wordt geleid door Matteo Salvini kreeg bij de vorige Europese verkiezingen nog zo’n 34 procent van de stemmen, maar lijkt dit keer onder de 10 procent te eindigen. De belangrijkste oppositiepartij, de linkse Democratische Partij, kan volgens voorlopige uitslagen rekenen op ongeveer een kwart van de stemmen.

Meloni zei in een radio-interview dat ze de uitslag beschouwt als een signaal dat kiezers tevreden zijn over het werk van haar regering. Ze sprak over een uitzonderlijke prestatie. „Italianen hebben ons luid en duidelijk laten weten dat we verder moeten gaan met ons werk.”

Er is volgens de premier ook een boodschap afgegeven richting de EU. „Wat we nodig hebben is een Europa dat naar burgers luistert, vaker naar centrum-rechts kijkt en beleid voert dat pragmatischer is en minder ideologisch.” Meloni wilde niet vooruitlopen op de vraag of ze steun geeft aan een tweede ambtstermijn voor Ursula von der Leyen, die graag verder wil als voorzitter van de Europese Commissie en daar voldoende steun voor nodig heeft in het Europarlement.