Russische economie toont groeivertraging
De Russische economie bevindt zich sinds halverwege vorig jaar in een groeivertraging. Ook is er sprake van snel toenemende inflatie. Het Kremlin tracht in zijn officiële cijfers deze negatieve trend te camoufleren. Maar inmiddels heeft de als objectief bekendstaande liberale minister van Handel en Economische Ontwikkeling, German Gref, ronduit toegegeven dat er sprake is van een neergaande lijn in de Russische economie.
Volgens de eerste voorlopige cijfers van de Staatsdienst voor de Statistiek, het Russische bureau voor de statistiek, groeide de Russische economie het afgelopen jaar met 7,1 procent, 0,2 procent minder dan vorig jaar. Het ministerie van Handel en Economische ontwikkeling is echter met een lager groeicijfer naar buiten gekomen, namelijk 6,9 procent. Onafhankelijke analisten spreken over een groei van maximaal 6,5 procent.
Zij tonen zich zonder uitzondering verbaasd over het hoge groeicijfer van de Staatsdienst voor de Statistiek en vermoeden dat er om politieke redenen is geknoeid met dit cijfer. President Poetin heeft immers beloofd het Russische bbp voor 2010 te zullen verdubbelen. Om dit doel te bereiken is een jaarlijkse economische groei nodig van minstens 7,2 procent. Overijverige ambtenaren zouden daarom de cijfers hebben opgepoetst.
Want hoewel er het eerste halfjaar van 2004 sprake was van een aanhoudende economische groei, trad vanaf de zomer hierin een snelle vertraging op. Alle economische basisindicatoren bevestigen deze trend. De Londense Moskou Narodny Bank (MDB), die al jaren de meest betrouwbare cijfers publiceert over de Russische economie, constateert in het laatste kwartaal van het afgelopen jaar een groei van 4,5 procent en in de maand december slechts 3,9 procent.
De decembergroei is zelfs de laagste economische maandgroei in Rusland sinds april 1999. MDB merkt december 2004 aan als de zesde opeenvolgende maand met een vertraagde economische groei. Mede in dit licht is het officiële gepresenteerde economische groeicijfer volgens analisten ongeloofwaardig.
Naast een groeivertraging was er het afgelopen jaar ook sprake van toenemende inflatie. Volgens de officiële cijfers bedroeg deze 11,7 procent, een toename van bijna 2 procent ten opzichte van 2003. Ook hier geldt dat de tweede helft van het jaar de situatie snel verslechterde. Deze trend zet zich duidelijk voort in het nieuwe jaar. Alleen al over de maand januari bedroeg de inflatie ruim 2 procent, wat op jaarbasis algauw 25 procent betekent.
Een ander teken aan de wand is de opnieuw toegenomen kapitaalvlucht. Volgens de Russische centrale bank bedroeg deze vorige jaar 7,8 miljard dollar, een verdrievoudiging ten opzichte van vorig jaar. Toen was de kapitaalvlucht juist voor het eerst afgenomen.
Analisten schrijven de negatieve economische trend sinds halverwege vorig jaar vooral toe aan de toenemende bemoeienis van het Kremlin met de economie, die tot veel onzekerheid heeft geleid. „Het investeringsklimaat is sinds de zomer van 2004 serieus verslechterd”, aldus Anton Stroetsjenovski van de Russische investeringsmaatschappij Trojka Dialog. „Dit is onder meer het resultaat van de aanval op Yukos en de aanhoudende discussie over het vergroten van de rol van de staat in de economie.”
Ook minister Gref van Handel schrijft de negatieve trend in de economie toe aan het snel toegenomen wantrouwen tussen het Russische bedrijfsleven en de overheid. Daarnaast wijst hij op de vertraging van de economische hervormingen, die sinds het aantreden van de regering-Fradkov feitelijk tot stilstand zijn gekomen.
Deze hervormingen waren erop gericht de basis van de Russische economie te verbreden en deze dus minder afhankelijk te maken van de export van ruwe grondstoffen zoals olie, gas en staal. Deze vormen al jaren de motor van de economische groei, dankzij hun hoge prijzen op de wereldmarkt. Dit heeft Rusland tegelijkertijd zeer afhankelijk gemaakt van de schommelingen in de wereldeconomie. Mochten de grondstofprijzen scherp dalen, dan is het snel gedaan met de Russische economische groei.
Maar zelfs bij aanhoudend hoge grondstofprijzen ondervindt een hiervan sterk afhankelijke economie op den duur schade. Als gevolg van deze goedbetaalde grondstofexporten zullen andere economische sectoren zich minder ontwikkelen. In combinatie met een door de exporten steeds sterker wordende wisselkoers van de nationale munt zullen ze daardoor minder concurrerend worden op de wereldmarkt en nog minder groeien. De import wordt steeds goedkoper, export wordt daarentegen duurder en zal afnemen. Op termijn doet deze ”Dutch disease” -vernoemd naar de economische situatie in Nederland in de jaren zeventig na de ontdekking van enorme gasvoorraden- een economie meer schade dan goed.
Zo ook in Rusland. In 2004 groeide bijvoorbeeld de koopkracht van de consumenten sneller dan de economie. Maar deze koopkrachtgroei vertaalde zich vooral in een explosieve importgroei met 22 procent, terwijl de export slechts met 11 procent toenam.
Volgens analiste Natalja Orlova van de Russische Alfa Bank profiteren daarom steeds meer buitenlandse producenten van de Russische economische groei. De vraag naar binnenlandse producten neemt daarentegen gestaag af en daardoor ook de noodzaak om te investeren in de eigen industrie, met alle langetermijngevolgen van dien voor de nationale economie.